ECLI:NL:RBDHA:2022:12610
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Overdrachtsbesluit van een vreemdeling naar Oostenrijk met betrekking tot psychische nood
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de overdracht van een vreemdeling aan de autoriteiten van Oostenrijk. De eiser, die niet rechtmatig in Nederland verbleef, had eerder asiel aangevraagd in Oostenrijk. In het bestreden besluit van 30 mei 2022 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de eiser meegedeeld dat hij zou worden overgedragen aan Oostenrijk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris terecht heeft besloten tot overdracht aan Oostenrijk. Eiser voerde aan dat hij niet terug wilde keren naar Oostenrijk vanwege psychische nood, maar de rechtbank oordeelde dat hij deze psychische gesteldheid niet had onderbouwd met bewijsstukken. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor de Staatssecretaris om af te wijken van het besluit tot overdracht. De beroepsgrond van eiser werd verworpen, en het beroep werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.