Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 14 februari 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een maatregel van bewaring opgelegd aan eiser door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, die was opgelegd op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 2 februari 2022 door verweerder is opgeheven, en heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet of niet gerechtvaardigd is, zij het beroep gegrond kan verklaren en de maatregel kan opheffen. In dit geval heeft de rechtbank eerder, op 24 januari 2022, de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 27 januari 2022 rechtmatig was. De rechtbank heeft nu alleen te beoordelen of de maatregel sinds dat moment tot de opheffing rechtmatig is geweest.
Eiser had de gelegenheid om te reageren op de voortgangsrapportage van verweerder, maar heeft dit niet gedaan en geen andere gronden aangevoerd. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om het voortduren van de maatregel onrechtmatig te achten. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, evenals zijn verzoek om schadevergoeding. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. drs. E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier mr. N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.