ECLI:NL:RBDHA:2022:12585
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 25 juli 2022 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende in Duitsland. Het verzoek tot wraking was ingediend op 17 juni 2022, drie weken en zes dagen na de zitting van 24 mei 2022, waar de verzoeker zich al ernstig overwoog om een wrakingsverzoek in te dienen. De verzoeker was van mening dat de rechter, mr. C.J. Waterbolk, vooringenomen was tijdens de zitting en dat hij onvoldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunt naar voren te brengen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker op de hoogte was van de feiten en omstandigheden die aan zijn verzoek ten grondslag lagen, maar dat hij te lang had gewacht met het indienen van het verzoek. Hierdoor werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De procedure in de hoofdzaken zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.