In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2022 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. D. Jongsma, rechter in een civiele procedure. De verzoeker, Illumio Netherlands B.V., heeft het wrakingsverzoek ingediend op 3 juni 2022, vier werkdagen na de zitting van 30 mei 2022. De verzoeker stelde dat de rechter tijdens de zitting opmerkingen had gemaakt die de schijn van partijdigheid wekten, specifiek dat 'Amerikaanse bedrijven toch geen kennis hebben van het Nederlandse arbeidsrecht'. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat het te laat was ingediend. Bovendien werd overwogen dat de opmerking van de rechter, zoals vastgelegd in het proces-verbaal, geen blijk gaf van vooringenomenheid. De rechter had namelijk gezegd dat Illumio als Amerikaans bedrijf misschien anders tegen het ontslagrecht aankijkt, maar dat het Nederlandse arbeidsrecht strikte regels kent. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was en dat de omstandigheden die tot het wrakingsverzoek leidden niet voldoende waren om de onpartijdigheid van de rechter in twijfel te trekken. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd bepaald dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.