Op 18 november 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de inschrijving van een buitenlandse geboorteakte, een voornaamswijziging en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte van verzoeker [verzoeker01]. Verzoeker, geboren op [geboortedatum01] 1958 in [district01], Groot-Brittannië, heeft geen geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats02]. Verzoeker is Brits burger en heeft een verzoek ingediend om zijn geboorteakte in te schrijven, zijn voornaam te wijzigen van '[voornaam01]' naar '[voornaam02]', en de vermelding van zijn geslacht te wijzigen naar 'waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat verzoeker in Nederland woont. De rechtbank heeft geoordeeld dat de buitenlandse geboorteakte, die voldoet aan de plaatselijke voorschriften, kan worden ingeschreven. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, waardoor het primaire verzoek tot inschrijving is toegewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de voornaamswijziging is toegestaan onder het recht van Groot-Brittannië, en heeft dit verzoek toegewezen. Wat betreft de wijziging van de vermelding van het geslacht, heeft de rechtbank overwogen dat de huidige wetgeving niet voorziet in deze mogelijkheid, maar dat het individuele belang van verzoeker zwaarder weegt dan het algemene belang van strikte handhaving van de wet. De rechtbank heeft daarom ook dit verzoek toegewezen, ondanks het ontbreken van een wettelijke grondslag. De beschikking is gegeven door mr. C.S.F. de Nijs, rechter, en uitgesproken op de openbare zitting van 18 november 2022.