Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bestreden besluit 1:
bestreden besluit 2:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een beroep van een Egyptische vreemdeling tegen een terugkeerbesluit en een maatregel van bewaring. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.P. Dayala, heeft op 12 april 2022 een terugkeerbesluit ontvangen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Op 14 mei 2022 werd de maatregel van bewaring opgelegd, omdat er een risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft op 23 mei 2022 de beroepen behandeld, waarbij de eiser aanwezig was met een waarnemer en een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het terugkeerbesluit te laat was ingediend, waardoor dit beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, gezien de risico's van onttrekking aan het toezicht. De eiser voerde aan dat er een lichter middel toegepast had moeten worden, maar de rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel niet betwist waren en dat de verweerder voldoende had gemotiveerd dat een lichter middel niet effectief zou zijn. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. D. Verduijn en bekendgemaakt op 30 mei 2022.