2.3.[naam01] en [naam02] hebben op 11 februari 2020 een overeenkomst van geldlening gesloten. In deze overeenkomst is het volgende in aanmerking genomen:
“
- [naam03] en [naam01] hebben een affectieve relatie onderhouden gedurende welke relatie [naam03] een onderneming (eenmanszaak) dreef onder de naam " [naam eenmanszaak01] ". [naam01] was daarnaast bestuurder enig aandeelhouder van een inmiddels gefailleerde vennootschap genaamd [bedrijf01] B.V. Het faillissement is inmiddels opgeheven;
- [naam01] heeft op naam van [naam eenmanszaak01] een koopovereenkomst gesloten met [naam04] te [plaats03] . Deze overeenkomst is voorwerp geworden van een juridisch geschil, beslecht door de rechtbank Den Haag bij vonnis van 17 juli 2019 (gewezen onder kenmerk: C/09/555115 HA ZA 18-697), waarbij [naam03] is veroordeeld tot betaling van een geldsom;
- [naam01] en [naam03] hebben voorts een overeenkomst van geldlening gesloten met [bedrijf02] B.V. te [naam05] (" [bedrijf02] "), dewelke lening is aangewend in de door [naam01] beheerste vennootschap [bedrijf01] B.V. De rechtbank Den Haag heeft (onder andere) [naam03] bij verstekvonnis van 29 mei 2019 uit hoofde van de overeenkomst van geldlening veroordeeld tot betaling van een derde gedeelte van de hoofdsom en rente der geldlening, alsmede geliquideerde proceskosten;
- Voorts heeft [naam06] een vordering op [naam03] , wegens in het verleden gedane leveringen voor rekening en risico van [naam01] . Ook [naam06] heeft haar geldvordering in rechte aanhangig gemaakt en toegewezen gekregen;
- Genoemde schuldeisers hebben tot behoud van hun rechten executoriaal beslag gelegd op de aan [naam03] in eigendom toebehorende woning te ( [postcode01] ) [plaats02] aan de [adres01] ("de woning"). Schuldeisers bleken bereid tot doorhaling van de beslagen tegen betaling van een bedrag ad in totaal € 93.932,60
- Nationale Nederlanden N.V. ("hypotheeknemer") is in verband met de schulden overgegaan tot opeising van de, onder hypothecair verband op de woning, aan [naam03] verstrekte geldlening en heeft de executoriale verkoop van de woning ingeleid. Hypotheeknemer bleek bereid de executie te staken tegen voldoening van een bedrag ad € 13.034,09;
- [naam02] heeft naast voornoemde partijen opeisbaar te vorderen van [naam03] en [naam01] € 25.000,--;
- De hiervoor genoemde bedragen komen voor rekening en risico van [naam01] , omdat:
(a)
(b)
(c)
[naam01] buiten iedere inhoudelijke bemoeienis van [naam03] een overeenkomst met [naam04] heeft gesloten, op naam van [naam eenmanszaak01] , zodat [naam03] weliswaar de juridisch afdwingbare verplichtingen uit die overeenkomst op zich heeft genomen, doch de economisch uitkomst daarvan uitsluitend voor rekening en risico van [naam01] komt. Het vonnis van 17 juli 2019 bevestigt zulks;
Het bedrag waarvoor [naam03] zich jegens [bedrijf02] heeft verbonden uitsluitend ten goede is gekomen van de gefailleerde vennootschap [bedrijf01] B.V. [naam03] heeft zich de facto borg gesteld voor een verplichting van [naam01] / [bedrijf01] B.V.;
De vordering van [naam06] betreft een op naam van [naam03] gesloten overeenkomst voor goederen en/of diensten die aan [naam01] geleverd zijn;
- [naam01] bleek niet in staat de schulden te voldoen. [naam02] heeft de betreffende bedragen te zijnen behoeve voldaan onder voorwaarde, dat [naam01] deze bedragen, inclusief kosten middels onderhavige meerzijdige rechtshandeling, schuldig erkent aan [naam02] en tot meerdere zekerheid voor de voldoening daarvan aan [naam02] een stil pandrecht eerste in rang verschaft;
- Het totaal zijdens [naam01] schuldig te erkennen bedrag aan [naam02] beloopt:
Vorderingen schuldeisers
Kosten hypotheek [naam02]
Schuld [naam01] aan [naam02]
Totaal
€
-
-
€
106.966,69
5.950,--
25.000,--
137,916,69
”
Verder hebben de contractspartijen in deze overeenkomst vastgelegd dat een bedrag van € 137.916,69 door [naam02] is voldaan ten behoeve van [naam01] en dat [naam01] dit bedrag daarom verschuldigd is aan [naam02] die hem dit bedrag heeft geleend tegen een rente van 4% per jaar. [naam01] heeft zich verbonden deze lening af te lossen in maandelijkse termijnen van € 2.500,00. In de overeenkomst is verder opgenomen dat tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen uit deze overeenkomst, [naam01] zich verbindt tot het vestigen van een pandrecht eerste in rang op bestaande en toekomstige vorderingen van [naam01] op derden, in het bijzonder zijn vorderingen op MVRO Maker van retailomgevingen B.V. te Geldermalsen (hierna: MVRO) wegens door [naam01] voor die vennootschap verrichte werkzaamheden uit overeenkomst tot opdracht.