ECLI:NL:RBDHA:2022:12410

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
NL22.3767, NL22.3768 en NL22.3769
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van asielverzoeken en verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL22.3767, NL22.3768 en NL22.3769. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M. Grigorjan, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren eerder door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond bij besluiten van 27 februari 2022.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 17 mei 2022 behandeld, waarbij de verzoekers aanwezig waren met hun gemachtigde en een tolk. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. M.K. Ruijzendaal. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er al een uitspraak was gedaan op de beroepen in de samenhangende zaken NL22.3764, NL22.3766 en NL22.3768, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Ettikhoven, en is openbaar gemaakt op 20 mei 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.3765, NL22.3767 en NL22.3769
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker 1], v-nummer: [V-nummer 1]
[verzoeker 2], v-nummer: [V-nummer 2]
[verzoekster], v-nummer: [V-nummer 3] , samen verzoekers (gemachtigde: mr. M. Grigorjan),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.K. Ruijzendaal).

Procesverloop

Bij besluiten van 27 februari 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de zaken NL22.3764 en NL22.3766 en NL22.3768, op 17 mei 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.3764 en NL22.3766 en NL22.3768, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 mei 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.