ECLI:NL:RBDHA:2022:12408

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
C/09/637020 / KG RK 22-1271
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak met meerdere verdachten

Op 24 oktober 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen in een zaak die betrekking heeft op een klaagschrift tegen gelegd conservatoir beslag. De zaak betreft een raadkamerbehandeling waarbij mr. K.C.J. Vriend, rechter in de rechtbank Den Haag, lid is van de combinatie die de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de verdachte zal uitvoeren. Deze strafzaak is een zogenoemde mega-zaak, waarin ook andere verdachten terechtstaan. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak is gepland voor december 2022.

Mr. K.C.J. Vriend heeft verzocht om zich te mogen verschonen van de behandeling van het klaagschrift, omdat de behandeling een summiere inhoudelijke beoordeling van het onderliggende dossier vereist. Dit verzoek is ingediend om de schijn van vooringenomenheid te vermijden, gezien de rol van de rechter in de aanstaande strafzaak. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die de schijn van partijdigheid kunnen oproepen.

De verschoningskamer heeft het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat de behandeling van het klaagschrift door een andere rechter zal worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/17
Zaak-/rekestnummer: C/09/637020 / KG RK 22-1271
Beslissing van 24 oktober 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. K.C.J. Vriend,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna: de rechter,
belast met de behandeling van het klaagschrift in de zaak met kenmerk 131816-21 / 22/1114 van:
[klager] ,
klager,
bijgestaan door mr. R.S. Boonstra (advocaat te Rotterdam).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 24 oktober 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☐ er bestaat een familieverhouding tussen een procespartij en de rechter
☐ er bestaat een familieverhouding tussen een procesdeelnemer en de rechter
☐ een procespartij maakt onderdeel uit van de persoonlijke kennissenkring van de
rechter
☐ een procesdeelnemer maakt onderdeel uit van de persoonlijke kennissenkring van
de rechter
☐ een procespartij maakt onderdeel uit van de zakelijke kennissenkring van de rechter
☐ een procesdeelnemer maakt onderdeel uit van de zakelijke kennissenkring van de
rechter
☐ de rechter is uit hoofde van een (voormalige) nevenfunctie of nevenbetrekking
betrokken (geweest) bij een procespartij
☐ de rechter is uit hoofde van een (voormalige) nevenfunctie of nevenbetrekking
betrokken (geweest) bij de zaak
☐ de rechter is in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken geweest bij een
procespartij
☐ de rechter is in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken geweest bij de zaak
☐ een bloed- of aanverwant van de rechter werkt bij een procespartij
☐ een bloed- of aanverwant van de rechter is uit hoofde van een (voormalige)
betrekking of functie betrokken (geweest) bij de zaak
☐ de rechter heeft eerdere bemoeienis gehad met de zaak
☐ de rechter heeft eerder bemoeienis gehad met partijen
☒ anders, namelijk:
De zaak betreft een raadkamerbehandeling van een klaagschrift tegen gelegd conservatoir beslag. In december 2022 dient de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen verdachte, waarbij mr. K.C.J. Vriend lid van de combinatie is. Het betreft een zogenoemde mega, waarbij ook andere verdachten terecht staan. De behandeling van het klaagschrift vergt een – weliswaar summiere – inhoudelijke beoordeling van het onderliggende dossier. Teneinde de schijn van vooringenomenheid te vermijden bij de inhoudelijke behandeling, verzoekt mr. K.C.J. Vriend zich te mogen verschonen van de behandeling van het klaagschrift.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van het klaagschrift door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat de behandeling van het klaagschrift wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 24 oktober 2022 door mrs. J.E. Bierling,
G.P. Kleijn en mr. D. Biever, in tegenwoordigheid van de griffier.