Uitspraak
Rechtbank den haag
verdachte,
1.De procedure
2.Het verschoningsverzoek
rechter
Rechtbank Den Haag
Op 18 oktober 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Dit verzoek was ingediend door mr. L.K. van Zaltbommel, de rechter belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 09/156635-21. Het verzoek werd ingediend omdat een procespartij deel uitmaakt van de persoonlijke kennissenkring van de rechter. De procedure is niet ter zitting behandeld, aangezien een verschoningsverzoek niet verplicht ter terechtzitting hoeft te worden behandeld.
De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die aanleiding geven tot vrees voor partijdigheid. In dit geval was er sprake van een procespartij die een persoonlijke relatie had met de rechter, wat de schijn van partijdigheid zou kunnen oproepen. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechter geconcludeerd dat het verschoningsverzoek terecht was ingediend.
De verschoningskamer heeft vervolgens besloten het verzoek tot verschoning toe te wijzen. Dit houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen.