ECLI:NL:RBDHA:2022:12394

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/09/627890 / FA RK 22-2309
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie en gezag van minderjarigen in het kader van stiefouderadoptie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 november 2022 uitspraak gedaan in twee verzoekschriften met betrekking tot gezag en adoptie. Het eerste verzoekschrift, ingediend door de stiefvader, betreft de adoptie van twee minderjarige kinderen, [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] en [voornaam minderjarige02], en de wijziging van hun achternaam naar [achternaam01]. Het tweede verzoekschrift, ingediend door de moeder, betreft de beëindiging van het gezamenlijk gezag over de kinderen en het verzoek om haar te belasten met eenhoofdig gezag.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de zitting is verschenen. De moeder en de stiefvader hebben de kinderen sinds 2013 gezamenlijk verzorgd en opgevoed, en de rechtbank oordeelt dat de vader zijn gezag niet meer uitoefent. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om de adoptie toe te wijzen, aangezien de kinderen geen contact meer hebben met de vader en de stiefvader hen de nodige aandacht en zorg biedt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de moeder voldoende heeft aangetoond dat er gewijzigde omstandigheden zijn die de beëindiging van het gezamenlijk gezag rechtvaardigen.

De rechtbank heeft de verzoeken van de stiefvader en de moeder toegewezen, waarbij de adoptie van de kinderen is uitgesproken en de moeder met het eenhoofdig gezag is belast. De rechtbank heeft de geslachtsnaam van de kinderen gewijzigd in [geslachtsnaam01]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummers: FA RK 22-2309 (adoptie) en FA RK 22-7239 (gezag)
Zaaknummers: C/09/627890 (adoptie) en C/09/637277 (gezag)
Datum beschikking: 10 november 2022

Gezag en adoptie

Beschikking

I) op het op 7 april 2022 ingekomen verzoekschrift (zaaknummer C/09/627890) van:

[naam01] ,

hierna te noemen: de stiefvader,
wonende te Oman,
advocaat mr. S.C. Meijler te Den Haag.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] ,

[naam03] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te Oman, en

[minderjarige, thans jongmeerderjarige] , geboren op [geboortedatum01] 2004 te [geboorteplaats01] , Duitsland,

hierna te noemen: [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] ,
wonende te Oman,
II) en het op 18 augustus 2022 ingekomen verzoekschrift (zaaknummer C/09/637277) van:

[naam03] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te Oman,
advocaat mr. S.C. Meijler te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de vader voornoemd.

Procedure

De rechtbank heeft in de procedure met zaaknummer C/09/627890) kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift tot adoptie, met bijlagen;
  • het bericht van 18 mei 2022 van mr. Meijler, met bijlagen;
  • het bericht van 28 juli 2022 van de Raad voor de Kinderbescherming;
  • het bericht van 18 augustus 2022 van mr. Meijler.
De rechtbank heeft in de procedure met zaaknummer C/09/637277 kennisgenomen van het verzoekschrift tot eenhoofdig gezag, met bijlagen.
De minderjarige [voornaam minderjarige02] heeft zich schriftelijk uitgelaten over de verzoeken.
Op 13 oktober 2022 is de zaak op de (hybride) zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de stiefvader, bijgestaan door mr. S.C. Meijler (fysiek);
  • de moeder en [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] (digitaal vanuit Oman).
De vader is – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet op de zitting verschenen.

Feiten

  • De moeder en de vader zijn gehuwd geweest van [datum huwelijk 1] 2005 tot [datum echtscheiding] 2014.
  • De moeder en de vader zijn de ouders van het volgende jongmeerderjarige kind:
- [minderjarige, thans jongmeerderjarige] , geboren op [geboortedatum01] 2004 te [geboorteplaats01] , Duitsland.
- De moeder en de vader zijn tevens de ouders van het volgende minderjarige kind:
- [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2005 te [geboorteplaats01] , Duitsland.
  • De moeder en de vader oefenen van rechtswege gezamenlijk het gezag uit over [voornaam minderjarige02] .
  • De moeder is op [datum huwelijk 2] 2019 getrouwd met de stiefvader.
  • De moeder en de stiefvader zijn de ouders van het volgende minderjarige kind:
- [minderjarige03] , geboren op [geboortedatum03] 2018 te [geboorteplaats02] .
  • De vader en de stiefvader hebben volgens de Basisregistratie Personen (BRP) de Nederlandse nationaliteit. De moeder, [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] en [voornaam minderjarige02] zijn volgens de BRP in ieder geval burgers van de Bondsrepubliek Duitsland. Daarnaast hebben [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] en [voornaam minderjarige02] ook de Nederlandse nationaliteit.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 10 oktober 2019, die bij beschikking van 30 oktober 2019 is verbeterd, is voor zover hier van belang:
  • aan de moeder toestemming verleend, die de toestemming van de vader vervangt, om met [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] en [voornaam minderjarige02] te verhuizen naar Oman per 1 december 2019;
  • aan de moeder toestemming verleend, die de toestemming van de vader vervangt, voor het aanvragen van Nederlandse paspoorten voor de kinderen;
  • aan de moeder toestemming verleend, die de toestemming van de vader vervangt, voor het verlengen van de Duitse paspoorten van de kinderen;
  • aan de moeder toestemming verleend, die de toestemming van de vader vervangt, tot het inschrijven van de kinderen op een school in Oman;
  • aan de moeder toestemming verleend, die de toestemming van de vader vervangt, voor alle handelingen en het aanvragen en ondertekenen van documenten in de ruimste zin des woord die noodzakelijk zijn om de verhuizing van de moeder met de minderjarige kinderen van partijen mogelijk te maken;
  • bepaald dat de vader door moeder tijdig geïnformeerd zal worden wanneer de kinderen in Nederland verblijven. Met tijdig wordt bedoeld 1 maand voorafgaand aan het bezoek in Nederland. Gedurende de lange vakanties, zoals zomer en kerst, zullen de kinderen een week bij vader verblijven, uiteraard in overleg met de kinderen. Desgewenst en in samenspraak met de kinderen kunnen in de vakanties tussen beiden meerdere afspraken gemaakt worden. Moeder zal de kinderen stimuleren in het contact met vader;
  • bepaald dat vader iedere twee weken Face Time contact met de kinderen kan hebben. Moeder zal de kinderen hierin stimuleren;
  • bepaald dat vader eenmaal in de gelegenheid wordt gesteld, na overleg tussen vader en moeder, om naar Oman te reizen op kosten van moeder. Moeder voldoet zowel de redelijke reis- als verblijfkosten van vader, eveneens na overleg tussen vader en moeder. Vader kan dan zien waar de kinderen wonen en leven.

Verzoeken

Het verzoekschrift (met zaaknummer C/09/627890) van de stiefvader strekt ertoe:
  • de adoptie uit te spreken van [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] als zoon van de stiefvader en de moeder en zijn achternaam te wijzigen in [achternaam01] ;
  • de adoptie uit te spreken van [voornaam minderjarige02] als dochter van de stiefvader en de moeder en haar achternaam te wijzigen in [achternaam01] ,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Het verzoekschrift (met zaaknummer C/09/637277) van de moeder strekt ertoe het gezamenlijk gezag over [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] en [voornaam minderjarige02] , althans over [voornaam minderjarige02] , (alsnog) te beëindigen en de moeder met het eenhoofdig gezag over beide kinderen, althans [voornaam minderjarige02] , te belasten, een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

De rechtbank zal – ondanks dat dit verzoek later is binnengekomen – eerst het verzoek ten aanzien van het gezag beoordelen, aangezien het om de adoptie uit te kunnen spreken vereist is dat er geen sprake meer is van gezamenlijk gezag van de ouders.
Gezag
Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank is van oordeel dat de Nederlandse rechtbank rechtsmacht toekomt om van het verzoek tot eenhoofdig gezag kennis te nemen op grond van artikel 14 Brussel II-ter in samenhang met artikel 3, aanhef en onder b en c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vader woont immers in Nederland. Daarnaast hebben de vader, de stiefvader en de kinderen de Nederlandse nationaliteit en voelen de kinderen zich het nauwst verbonden met Nederland. Bovendien verblijven de moeder, stiefvader en kinderen nu in Oman als expats vanwege het werk van de stiefvader, maar zijn zij voornemens om binnen afzienbare tijd terug te keren naar Nederland.
Op grond van artikel 15 van het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, Trb. 1997, 299 (HKBV 1996) is Nederlands recht op het verzoek van toepassing.
Ontvankelijkheid
De rechtbank stelt voorop dat er blijkens artikel 1:245 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geen sprake meer is van gezag over [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] , nu hij inmiddels meerderjarig is geworden. De rechtbank zal het verzoek daarom alleen beoordelen voor zover dat op [voornaam minderjarige02] ziet.
Op grond van artikel 1:253n, eerste lid, BW kan op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag worden beëindigd, indien de omstandigheden zijn gewijzigd.
De rechtbank is van oordeel dat de moeder voldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden als bedoeld in artikel 1:253n, eerste lid, BW. De rechtbank verklaart de moeder daarom ontvankelijk in haar verzoek ten aanzien van [voornaam minderjarige02] .
Inhoudelijke beoordeling
Op grond van artikel 1:253n, tweede lid, BW zijn de gronden van artikel 1:251a, eerste en derde lid, BW van overeenkomstige toepassing. Derhalve kan het gezamenlijk gezag worden beëindigd, indien er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen, of wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat voor gezamenlijk gezag in het algemeen is vereist dat de ouders in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over het minderjarige kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen.
De moeder heeft onweersproken gesteld dat [voornaam minderjarige02] sinds 2013 slechts nog sporadisch (Whatsapp) contact heeft met de vader. [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] verbleven afgelopen zomer zeven weken in Europa/Nederland en de vader had toegezegd om langs te komen bij de oma vaderszijde, zodat hij [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] zou kunnen zien, maar hij is uiteindelijk niet langs gekomen. De moeder heeft in 2019 om vervangende toestemming moeten vragen voor de verhuizing naar Oman. De vader stemde uiteindelijk pas op het laatste moment in met deze verhuizing. Doordat de overeenstemming is vastgelegd in de beschikking, heeft de moeder in Oman in feite alle gezagsbeslissingen alleen kunnen nemen. De vader heeft dan ook feitelijk al sinds 2019 zijn gezag niet meer uitgeoefend.
De rechtbank acht het, zoals hierna verder wordt overwogen, in het belang van [voornaam minderjarige02] om het verzoek tot adoptie toe te wijzen. De rechtbank is gelet daarop ook van oordeel dat het anderszins in het belang van [voornaam minderjarige02] noodzakelijk is om de moeder met het eenhoofdig gezag over haar te belasten. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.
Adoptie
Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank is van oordeel dat de Nederlandse rechtbank rechtsmacht toekomt op grond van artikel 3 aanhef en onder b en c Rv, op dezelfde gronden als vermeld in de overwegingen ten aanzien van het gezag.
Op grond van artikel 10:105 BW is het Nederlandse recht op het verzoek van toepassing.
Inhoudelijke beoordeling
Uit artikel 1:227 BW volgt – voor zover hier van belang – het volgende. Adoptie geschiedt door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen of op verzoek van één persoon alleen. Het verzoek door de adoptant die echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel van de ouder is, kan slechts worden gedaan, indien hij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met die ouder heeft samengeleefd. Het verzoek kan alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden, genoemd in artikel 1:228 BW wordt voldaan.
Uit artikel 1:228 BW volgt voorts dat de voorwaarden voor adoptie – voor zover hier van belang – zijn:
dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaren of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken;
dat het kind geen kleinkind van de adoptant is;
dat de adoptant ten minste achttien jaar ouder dan het kind is;
at geen der ouders het verzoek tegenspreekt;
dat de minderjarige moeder van het kind zestien jaar of ouder is;
dat de adoptant het kind gedurende ten minste een jaar heeft verzorgd en opgevoed; indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden;
dat de ouder niet langer het gezag over het kind heeft. Indien evenwel de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel het gezag heeft.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek tot adoptie af te wijzen, omdat er (nog) geen verzoek tot eenhoofdig gezag door de moeder was gedaan.
De rechtbank is van oordeel dat aan voornoemde vereisten uit artikel 1:227 BW wordt voldaan. De stiefvader heeft sinds 2013, en daarmee tenminste drie aaneengesloten jaren voorafgaande aan de indiening van het verzoek, met de moeder samengeleefd. De moeder en de stiefvader dragen in ieder geval sinds het verblijf in Oman praktisch gezien gezamenlijk de ouderrol. De rechtbank acht het verzoek tot adoptie in het belang van de kinderen en de rechtbank is van oordeel dat ook is gebleken dat de kinderen niets meer van de vader in zijn hoedanigheid van ouder te hebben verwachten. Uit de stukken en dat wat op de zitting is besproken, blijkt dat de kinderen sinds 2013 sporadisch contact met de vader hebben, terwijl zij tot 2019 nog in Nederland woonden en ook sindsdien regelmatig in Nederland zijn gedurende hun vakanties. Afgelopen zomer verbleven de kinderen nog bij de oma vaderszijde, oftewel de moeder van de vader, en de vader had de kinderen toegezegd om langs te komen. Uiteindelijk is hij, zonder bericht, niet op komen dagen. Beide kinderen geven aan dat het initiatief voor het contact altijd van hun kant moet komen en dat de vader dan nog – zoals afgelopen zomer – niet thuis geeft. Ook heeft de vader op de verjaardag van [voornaam minderjarige02] niks van zich laten horen, totdat [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] hem laat op de avond eraan herinnerde dat [voornaam minderjarige02] jarig was.
Beide kinderen geven aan dat de vader beloftes niet nakomt en dat zij teleurgesteld in hem zijn. Zij hebben het gevoel dat de stiefvader hen wel aandacht, liefde en steun geeft en dat hij voor hen voelt als een echte vader. Er is wellicht nog sporadisch WhatsApp-contact tussen de kinderen en de vader, maar daarmee vervult de vader naar het oordeel van de rechtbank nog niet zijn rol als ouder, en ook valt niet te verwachten dat dit in de toekomst zal veranderen. De rechtbank spreekt wel de hoop uit dat er contact zal blijven tussen de vader en de kinderen.
Verder is naar het oordeel van de rechtbank ook voldaan aan de vereisten uit artikel 1:228 BW. De rechtbank stelt voorop dat het verzoek, binnengekomen op 7 april 2022, ook ten aanzien van [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] tijdig is ingediend. De moeder stemt expliciet in met het verzoek. Zij wenst met de stiefvader, [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] , [voornaam minderjarige02] en het vierjarige halfzusje van [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] en [voornaam minderjarige02] , Elisa, een gezin te vormen. De vader is niet verschenen en heeft het verzoek daarmee ook niet tegengesproken. De stiefvader heeft ten minste een jaar de kinderen gezamenlijk met de moeder verzorgd en opgevoed. De rechtbank zal, zoals hiervoor is overwogen, het verzoek tot eenhoofdig gezag ten aanzien van [voornaam minderjarige02] toewijzen. In zoverre wordt dan ook – anders dan ten tijde van het raadsadvies – voldaan aan het vereiste van eenhoofdig gezag ten aanzien van [voornaam minderjarige02] . [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] staat zoals hiervoor is overwogen, nu hij meerderjarig is, überhaupt niet meer onder gezag van de vader. Indien de rechtbank voor de meerderjarigheid van [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] had moeten beslissen op het adoptieverzoek, dan zou zij net als bij [voornaam minderjarige02] het gezag van de vader hebben beëindigd. Ook aan de overige vereisten wordt voldaan.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande het verzoek tot stiefouderadoptie toewijzen. Dit betekent dat de familierechtelijke betrekkingen met de vader worden verbroken, onder in stand lating van de familierechtelijke betrekking met de moeder. De aard van het verzoek verzet zich tegen het bij voorraad uitvoerbaar verklaren van de adoptie, zodat dat – voor zover verzocht – achterwege wordt gelaten.
Geslachtsnaam
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Zoals hiervoor is overwogen, komt de Nederlandse rechtbank rechtsmacht toe op grond van artikel 3, aanhef en onder b en c, Rv.
De rechtbank zal op grond artikel 10:20 BW Nederlands recht toepassen.
Inhoudelijke beoordeling
Uit artikel 1:5 lid 3 BW volgt dat het kind zijn geslachtsnaam houdt indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder komt te staan, tenzij de ouder en diens echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, dan wel de geslachtsnaam van die ouder.
De stiefvader heeft (namens de kinderen) verzocht om te bepalen dat de geslachtsnaam [geslachtsnaam01] zal zijn, in het geval een dubbele geslachtsnaam niet mogelijk is. [voornaam minderjarige/thans jongmeerderjarige] heeft op de zitting bevestigd dat hij zijn geslachtsnaam graag wil aanpassen in die van de stiefvader en dat dit ook voor zijn zus geldt. De moeder heeft daar ook in toegestemd. De rechtbank zal dit verzoek dan ook toewijzen als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
*
in de procedure met zaaknummer C/09/637277:
bepaalt dat voortaan alleen aan de moeder, [naam03] , geboren op [geboortedatum04] 1981 te [geboorteplaats01] , Duitsland, het gezag zal toekomen over het minderjarige kind:
- [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2005 te [geboorteplaats01] , Duitsland,
en verklaart deze gezagsvoorziening uitvoerbaar bij voorraad;
*
in de procedure met zaaknummer C/09/627890:
spreekt uit de adoptie van:
  • [minderjarige, thans jongmeerderjarige] , geboren op [geboortedatum01] 2004 te [geboorteplaats01] , Duitsland;
  • [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2005 te [geboorteplaats01] , Duitsland;
door:
[naam01] , geboren op [geboortedatum05] 1976 te [geboorteplaats03] , Nederland
onder de vermelding dat de geslachtsnaam na adoptie ‘ [geslachtsnaam01] ’ zal zijn;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.S.F. de Nijs, J.C. Sluymer en W.G. de Boer, rechters, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. I.B. van Angeren als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 november 2022.