ECLI:NL:RBDHA:2022:12348
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om opheffing van een voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om opheffing van een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoekster die eerder, op 16 september 2022, een voorlopige voorziening had aangevraagd in een andere procedure (NL22.16516). De verzoekster vraagt nu om de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening, met de stelling dat dit met terugwerkende kracht zou moeten gebeuren. De voorzieningenrechter heeft echter overwogen dat het opheffen van een voorlopige voorziening met terugwerkende kracht niet mogelijk is, zoals blijkt uit vaste jurisprudentie, waaronder een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 februari 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AT0655).