ECLI:NL:RBDHA:2022:12339

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
NL21.10794
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende vreemdelingenrecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzoek van de verzoeker, die beroep had ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het beroep was gericht tegen een besluit dat op 1 juli 2021 was genomen. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank van 23 november 2021, onder zaaknummer NL21.10793, waarin al op het beroep was beslist. Gezien deze eerdere uitspraak was er geen aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening te honoreren. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing van de voorzieningenrechter houdt in dat het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.10794

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 1 juli 2021. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 23 november 2021, zaaknummer NL21.10793, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.