Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde01] te [plaats01] ,
[gedaagde02]te [plaats01] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 februari 2021, met producties 1 tot en met 6;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 14, met uitzondering van 9;
- het tussenvonnis van 23 maart 2022 waarbij een plaatsopneming en een mondelinge behandeling is bevolen;
- de ‘akte eiswijziging tevens houdende overlegging aanvullende producties’, met producties 7 en 8;
- het proces-verbaal van de descente van 3 juni 2022;
- het door [eiser01] ingediende B16-formulier van 27 september 2022, waarin is meegedeeld dat de bij dagvaarding onder 2 genoemde vordering wordt ingetrokken.
- het e-mailbericht namens [eiser01] van 17 november 2022, waarin is meegedeeld dat de bij dagvaarding onder 4 en 5 genoemde vorderingen worden ingetrokken.
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagden01] , op straffe van een dwangsom, hoofdelijk veroordeelt om de dakgoot van hun woning te verwijderen en verwijderd te houden, voor zover deze over de perceelsgrens is gelegen;
- primair[gedaagden01] , op straffe van een dwangsom, hoofdelijk veroordeelt om (het dak van) hun woning dusdanig aan te passen dat [eiser01] de erfdienstbaarheid tot het hebben en openen van het dakraam in haar woning onbelemmerd kan uitoefenen;
subsidiair[gedaagden01] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de schade groot € 3.800,- per jaar die zij lijdt doordat de erfdienstbaarheid niet meer kan worden uitgeoefend;
4.De beoordeling
Verwijderen en verwijderd houden van de dakgoot
- griffierecht € 309,00
- salaris advocaat € 1.126,00(2,0 punten x € 563,00, tarief II)