ECLI:NL:RBDHA:2022:12318

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
SGR 20/4173
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens verwerping van de nalatenschap door erfgenamen

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, die inmiddels is overleden, had een beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 4 mei 2020. Dit besluit werd op 8 april 2021 ingetrokken, waarna de SVB een nieuwe beslissing nam die de intrekking van de AIO-aanvulling beperkte tot de periode van 11 juli 2011 tot 29 mei 2013. Op 12 april 2022 werd de rechtbank geïnformeerd over het overlijden van eiseres en de verwerping van haar nalatenschap door haar erfgenamen. De rechtbank heeft vervolgens de gemachtigde van eiseres verzocht om te bevestigen of het beroep zou worden voortgezet of ingetrokken. De gemachtigde heeft echter geen inhoudelijke reactie gegeven binnen de gestelde termijn. Gezien de verwerping van de nalatenschap door de erfgenamen, concludeerde de rechtbank dat er geen belanghebbenden meer waren bij het beroep. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/4173

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

gemachtigde: mr. A. Aaryf,
en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder (SVB)

gemachtigde: M. van der Wielen.

Procesverloop

Bij brief van 15 juni 2020 heeft eiseres het beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 4 mei 2020.
Op 8 april 2021 heeft verweerder dat besluit ingetrokken en een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres genomen, waartegen het beroep van eiseres van rechtswege (ook) gericht is. Met dit nieuwe besluit heeft de SVB de intrekking van de AIO-aanvulling beperkt tot de periode van 11 juli 2011 tot 29 mei 2013.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kan de rechtbank, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat zij kennelijk onbevoegd is dan wel het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. Op 12 april 2022 is de rechtbank op de hoogte gesteld van het overlijden van eiseres op [overlijdensdatum] 2021. In die brief heeft de gemachtigde van eiseres een akte ten aanzien van de nalatenschap van eiseres van 21 februari 2021 overgelegd. In die akte is door de ambtenaar van de griffie van rechtbank Den Haag als gevolmachtigde van drie van de erfgenamen van eiseres, namens die erfgenamen verklaard dat de nalatenschap van de erflater wordt verworpen. Naast die akte zijn ook een uittreksel van de overlijdensakte van eiseres en de drie volmachten van de erfgenamen met kopieën van hun legitimatiebewijzen aan de rechtbank toegestuurd.
3. Bij brief van 19 mei 2022 heeft de rechtbank de gemachtigde van wijlen eiseres verzocht om te laten weten of het beroep zal worden ingetrokken of wordt voortgezet. Bij brief van 17 juni 2022 heeft de rechtbank de gemachtigde meegedeeld dat zij gelet op de verwerping van de nalatenschap door de genoemde erfgenamen voornemens is om het beroep zonder nadere zitting niet-ontvankelijk te verklaren.
Daarbij is de gemachtigde van wijlen eiseres de gelegenheid geboden om zich hierover binnen twee weken schriftelijk uit te laten, bij gebreke waarvan in beginsel over zal worden gegaan tot afdoening zonder nadere zitting.
4. De gemachtigde van wijlen eiseres heeft binnen de termijn van twee weken geen schriftelijke, inhoudelijke reactie gegeven. Een kennelijk telefonisch verzoek aan de griffie om advies in dezen laat de rechtbank buiten beschouwing.
5. De rechtbank gaat er gelet op de verwerping van de nalatenschap van eiseres vanuit dat er geen belanghebbenden zijn bij het beroep, mede gelet op het uitblijven van een andersluidend standpunt van de gemachtigde. Aldus is naar het oordeel van de rechtbank het belang bij de voortzetting van het beroep komen te vervallen. De rechtbank zal daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.
6. Gelet op het bovenstaande wijst de rechtbank het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.G. Meeder, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Petersen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.