ECLI:NL:RBDHA:2022:12318
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens verwerping van de nalatenschap door erfgenamen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, die inmiddels is overleden, had een beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 4 mei 2020. Dit besluit werd op 8 april 2021 ingetrokken, waarna de SVB een nieuwe beslissing nam die de intrekking van de AIO-aanvulling beperkte tot de periode van 11 juli 2011 tot 29 mei 2013. Op 12 april 2022 werd de rechtbank geïnformeerd over het overlijden van eiseres en de verwerping van haar nalatenschap door haar erfgenamen. De rechtbank heeft vervolgens de gemachtigde van eiseres verzocht om te bevestigen of het beroep zou worden voortgezet of ingetrokken. De gemachtigde heeft echter geen inhoudelijke reactie gegeven binnen de gestelde termijn. Gezien de verwerping van de nalatenschap door de erfgenamen, concludeerde de rechtbank dat er geen belanghebbenden meer waren bij het beroep. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.