ECLI:NL:RBDHA:2022:12313

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
C/09/635945 / KG RK 22-1197
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in verband met mogelijke partijdigheid van rechters

Op 30 september 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Dit verzoek was ingediend door mr. R.E. Perquin, rechter in de rechtbank Den Haag, in het kader van een wrakingsverzoek dat verband hield met een andere strafzaak waarin hij samen met de voorzitter van de gewraakte meervoudige strafkamer betrokken was. De wrakingsverzoeken waren gelijktijdig behandeld, wat de noodzaak voor het indienen van het verschoningsverzoek verklaarde. De rechter heeft in zijn verzoek aangevoerd dat de omstandigheden in de andere strafzaak ook relevant zijn voor de wraking, wat de schijn van partijdigheid zou kunnen wekken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die aanleiding geven tot vrees voor vooringenomenheid. In dit geval was er voldoende aanleiding om het verschoningsverzoek toe te wijzen, om zo de schijn van partijdigheid te vermijden. Dit betekent dat de behandeling van de wrakingsprocedure door een andere rechter moet worden overgenomen.

De beslissing van de verschoningskamer houdt in dat het proces in de wrakingsprocedure wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, inclusief de officier van justitie.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/15
Zaak-/rekestnummer: C/09/635945 / KG RK 22-1197
Beslissing van 30 september 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. R.E. Perquin,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van het wrakingsverzoek met kenmerk C/09/635129 / KG RK 22-1139 van:
[verzoeker 1] ,
volgens de BRP wonende te [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] , locatie [locatie] ,
verzoeker,
bijgestaan door mr. R.D.A. van Boom, advocaat te Utrecht,
en het wrakingsverzoek met kenmerk C/09/635485 / KG RK 22-1173 van:
[verzoeker 2] ,
volgens de BRP wonende te [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] , locatie [locatie] ,
verzoeker,
bijgestaan door mr. J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht,
beide strekkende tot wraking van
mrs. F.A.M. Veraart, A.P. Sno en M.R. Aaron,
leden van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 30 september 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
de rechter is samen met de voorzitter van de gewraakte meervoudige strafkamer betrokken bij een andere strafzaak, waar ook één van de behandelend advocaten heeft opgetreden, terwijl de wraking verband houdt met omstandigheden die ook in die andere strafzaak spelen. De zaken waarin de wrakingsverzoeken zijn ingediend zijn gelijktijdig op zitting behandeld, vandaar dat ook in beide wrakingszaken een verschoningsverzoek is ingediend.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de wrakingsprocedure door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de wrakingsprocedure wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen;
* de officier van justitie.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 30 september 2022 door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en J. Brandt, in tegenwoordigheid van de griffier.