ECLI:NL:RBDHA:2022:12312

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
C/09/635261 / KG RK 22-1153
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een wrakingsprocedure

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 september 2022 een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door een rechter die een directe collega is van de gewraakte rechter. De rechter voelde zich niet langer vrij om het wrakingsverzoek te beoordelen, omdat zij na de mondelinge behandeling op 13 juni 2022 de gewraakte rechter op de gang had horen praten over het wrakingsverzoek. Dit leidde tot de vrees dat de schijn van vooringenomenheid was ontstaan, wat de rechter noopte om een verschoningsverzoek in te dienen.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, uitzonderlijke omstandigheden kunnen wijzen op vooringenomenheid. De rechter heeft overtuigend aangetoond dat de schijn van partijdigheid vermeden moest worden, en daarom werd het verzoek tot verschoning terecht ingediend. De beslissing houdt in dat de behandeling van de wrakingsprocedure door een andere rechter moet worden overgenomen.

De verschoningskamer heeft in raadkamer besloten dat het proces in de wrakingsprocedure wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter en de partijen in de wrakingsprocedure.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/14
Zaak-/rekestnummer: C/09/635261 / KG RK 22-1153
Beslissing van 20 september 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. E.A.W. Schippers,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van het wrakingsverzoek met kenmerk C/09/629875 / KG RK
22-650 van:
Telemacha B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
advocaat: mr. P.W. Tubbergen te Rotterdam,
strekkende tot wraking van
mr. C.W.D. Bom,
rechter in de rechtbank Den Haag.
Als belanghebbende is aangemerkt:
[naam] , h.o.d.n. [naam vennootschap] ,
gevestigd te Den Haag,
advocaat: mr. A.A.M. Knol te [vestigingsplaats] .

1.De procedure

1.1.
de rechter heeft op 16 september 2022 een verschoningsverzoek ingediend.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd. Zij is een directe collega van de gewraakte rechter. Dat maakt op zichzelf niet dat zij niet in staat is het verzoek onbevangen te beoordelen. Door omstandigheden na afloop van de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 13 juni 2022 is dat echter veranderd. Zij heeft de gewraakte rechter op de gang tegen een collega horen praten over het wrakingsverzoek dat tegen hem is ingediend. Daardoor voelt de rechter zich niet langer vrij om het wrakingsverzoek te beoordelen, althans is zij bang dat de schijn van vooringenomenheid is ontstaan.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de wrakingsprocedure door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de wrakingsprocedure wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 21 september 2022 door mrs. J.C. Sluymer, S.M. Krans en J. Brandt, in tegenwoordigheid van de griffier.