Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 oktober 2022 de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (het college)
Procesverloop
€ 30,- op de bankrekening van eiseres is bijgeschreven, dat de wettelijke rente over de nabetaling van € 30,- € 1,08 bedraagt, en dat de proceskosten van het beroepschrift worden vergoed, zijnde € 534,-.
Overwegingen
In geschil is nu nog uitsluitend de hoogte van de proceskostenvergoeding. In het bijzonder gaat het om de vraag of eiseres voorafgaand aan besluit II is gehoord zoals bedoeld in artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Naar aanleiding van het beroepschrift tegen besluit I heeft op 23 februari 2021 een telefoongesprek plaatsgevonden tussen een medewerker van het college en de gemachtigde van eiseres. Hieraan is geen uitnodiging voorafgegaan en van het gesprek is geen verslag gemaakt.
Beslissing
- verklaart eiseres niet-ontvankelijk in haar beroep gericht tegen besluit I;
- verklaart het beroep tegen besluit II gegrond en vernietigt besluit II voor zover het de proceskosten in beroep betreft;
- veroordeelt het college tot betaling van € 270,50 voor kosten rechtsbijstand aan eiseres;
- veroordeelt het college tot betaling van proceskosten van € 379,50 aan eiseres.