Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
advocaatmr. [advocaat praktijkvennootschap] , [praktijkvennootschap] en de
advocaatmr. [naam] , voor diensten die [naam] verricht heeft in verband met een geschil tussen [praktijkvennootschap] en zijn voormalige maatschap, dan wel rechtspersonen rondom die voormalige maatschap. Daarbij is van belang dat [advocaat praktijkvennootschap] de direct-groot aandeelhouder van [praktijkvennootschap] is. In dat verband wil ik opmerken dat [advocaat praktijkvennootschap] tijdens de mondelinge behandeling verscheen in toga, en dus kennelijk als de advocaat-gemachtigde van [praktijkvennootschap] en niet in zijn hoedanigheid van DGA van die vennootschap. Ik heb daar tijdens de mondelinge behandeling geen punt van gemaakt, maar wil dat thans niet onvermeld laten. Wellicht dat de wrakingskamer in het kader van het wrakingsverzoek de hoedanigheid van [advocaat praktijkvennootschap] (als DGA, als advocaat-gemachtigde of als privé-persoon) kan vaststellen, omdat hij het wrakingsverzoek doet op briefpapier van [advocaat praktijkvennootschap] Advocatuur.