ECLI:NL:RBDHA:2022:12246

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
C/09/635114 / FA RK 22-6042
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake gezamenlijke toegang ouders en zomervakantieregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 november 2022 een herstelbeschikking gegeven in het kader van de gezamenlijke toegang van ouders tot hun kinderen. De zaak betreft een verzoek van de vader en moeder om de gewijzigde afspraken over de zomervakantieregeling in de beschikking op te nemen. De rechtbank had eerder op 30 september 2022 een beschikking gegeven, maar deze bevatte een onjuiste zomervakantieregeling. Na een PGTO-zitting op 5 oktober 2022 hebben de ouders in onderling overleg nieuwe afspraken gemaakt over de zomervakantieregeling voor de komende jaren. De ouders hebben ingestemd met de aanpassing van de beschikking, zodat de gewijzigde afspraken nu officieel kunnen worden opgenomen.

De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de rechter te allen tijde op verzoek van een partij zijn beschikking kan aanvullen indien hij heeft verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders samen afspraken hebben gemaakt over de zomervakantie en dat deze afspraken na de zitting zijn gewijzigd. De rechtbank heeft besloten om de beschikking van 30 september 2022 aan te vullen, zodat de definitieve afspraken over de zomervakantie nu correct zijn opgenomen.

De rechtbank heeft de beschikking als volgt verbeterd: de kinderen zullen in de zomervakantie in 2023 en 2024 bij de ouders zijn volgens de nieuwe regeling, en vanaf 2025 zal dit in onderling overleg worden vastgesteld. De rechtbank handhaaft de beschikking van 30 september 2022 voor het overige. De uitspraak is gedaan door kinderrechter mr. C.S.F. de Nijs, bijgestaan door griffier mr. R.P. Bas, en is uitgesproken op de openbare zitting van 3 november 2022.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 22-6042
Zaaknummer: C/09/635114
Datum verbetering: 3 november 2022

Verbetering van een beschikking

Bijlage bij de beschikking van 30 september 2022,gegeven op 3 november 2022
in de zaak waarin op 30 september 2022 een beschikking is gegeven en uitgesproken, op het ingekomen deelnameformulier inzake de procedure gezamenlijke toegang ouders van:

[naam01] ,

de vader,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. E. Jongkoen te Zoetermeer,
en

[naam02] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. M.M. van Wijk te Delft.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • de brief van 5 oktober 2022 van de advocaat van de moeder;
  • het F9-formulier van 26 oktober 2022 van de advocaat van de vader.

Verzoek en verweer

In de brief van 5 oktober 2022 wordt verzocht om de gewijzigde afspraak tussen de ouders ten aanzien van de zomervakantie in de beschikking op te nemen. De PGTO zitting heeft partijen nader tot elkaar gebracht en een opening gecreëerd om toch met elkaar te kunnen overleggen over de punten waarover zij eerder niet in staat waren te overleggen. Na de zitting heeft er, mede daardoor, nader overleg tussen partijen plaatsgevonden over de zomervakantieregeling in de komende jaren. Zij hebben, in afwijking van hetgeen ter zitting is besproken, het volgende afgesproken:
  • 2023: zomervakantie 2 – 1 – 1 – 2 weken (start moeder);
  • 2024: zomervakantie 2 – 1 – 1 – 2 weken (start moeder);
  • vanaf 2025: indien de kinderen hieraan toe zijn, in onderling overleg vast te stellen:
3 – 3 weken (start moeder).
De ouders zijn overeengekomen dat deze gewijzigde afspraken in de beschikking kon worden opgenomen. De beschikking van 30 september 2022 is echter bij vervroeging door de rechtbank afgegeven. In deze beschikking is dan ook de oude afspraak met betrekking tot zomervakantieregeling opgenomen. Partijen verzoeken nu de aangepaste afspraken in de beschikking op te nemen.
In het F9-formulier van 26 oktober 2022 heeft de advocaat van de vader aangegeven dat de vader instemt met aanpassing van de beschikking zoals voorgesteld door de advocaat van de moeder.

Beoordeling

Op grond van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) vult de rechter te allen tijde op verzoek van een partij zijn vonnis, arrest of beschikking aan indien hij heeft verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde of verzochte.
De rechtbank overweegt dat de ouders op de zitting samen afspraken hebben gemaakt over de zomervakantie en dat zij na de zitting in onderling overleg deze afspraken hebben gewijzigd, wat zij in de beschikking opgenomen zouden willen hebben. De rechtbank begrijpt dat partijen de definitieve afspraak over de zomervakantie in de beschikking opgenomen willen hebben, in plaats van een onjuiste afspraak.
Nu de rechtbank de beschikking bij vervroeging heeft afgegeven, zal de rechtbank, hoewel strikt genomen niet is verzuimd te beslissen op een onderdeel van het verzochte, de beschikking van 30 september 2022 gelet op het voorgaande op grond van artikel 32 Rv aanvullen als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
verbetert voormelde beschikking van 30 september 2022 in die zin dat het dictum komt te luiden:
De rechtbank:
bepaalt als vakantieregeling dat de kinderen bij de ouders zijn volgens de regeling:
-
zomervakantie:
- in 2023: 2 – 1 – 1 – 2 weken (start moeder);
- in 2024: 2 – 1 – 1 – 2 weken (start moeder);
- vanaf 2025: indien de kinderen hieraan toe zijn, in onderling overleg vast te stellen: 3 – 3 weken (start moeder);
handhaaft de beschikking van 30 september 2022 voor het overige.
De beschikking van 30 september 2022 is hersteld door mr. C.S.F. de Nijs, kinderrechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 3 november 2022.