Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Turkse eiser. De eiser, die in Nederland verblijft, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op 9 mei 2022 de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser stelt dat zijn gezin, bestaande uit zijn vrouw en twee minderjarige kinderen, in Nederland verblijft en dat de bewaring in strijd is met de doelen van de Dublinverordening, die onder andere de eenheid van het gezin beoogt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet heeft voldaan aan een eerder overdrachtsbesluit en dat hij zich in het verleden aan het toezicht heeft onttrokken. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de eenheid van het gezin niet zwaarder wegen dan de noodzaak van de bewaring, gezien het risico dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak om juridische stappen te ondernemen als de eiser recht heeft op verblijf bij zijn gezin.