Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen. Dit besluit was genomen op grond van de Dublinverordening, waarbij Frankrijk als verantwoordelijk land voor de behandeling van de asielaanvraag werd aangewezen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarna de rechtbank de zaak op zitting heeft behandeld. Zowel eiser als verweerder waren vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat niet is betwist dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming. Eiser stelde dat door het tijdsverloop een gerechtvaardigde verwachting was gewekt dat Nederland zijn verzoek zou behandelen, maar deze stelling werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank wees erop dat eiser tijdens het aanmeldgehoor expliciet was geïnformeerd over de mogelijkheid van een verzoek om terugname aan een andere lidstaat, in dit geval Frankrijk.
Verder heeft de rechtbank overwogen dat er geen bewijs is overgelegd waaruit blijkt dat Frankrijk zich niet aan de asielrichtlijnen zou houden of dat er structurele tekortkomingen in het opvangsysteem zouden zijn. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij overdracht aan Frankrijk zou worden blootgesteld aan een schending van artikel 4 van het Handvest. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 november 2022.