ECLI:NL:RBDHA:2022:12172
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen asielaanvraag op basis van Dublinverordening met betrekking tot Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, een beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 22 september 2022, hield in dat de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling werd genomen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 28 januari 2022 in Nederland een asielaanvraag heeft ingediend, maar dat hij op 24 december 2021 in Italië was geregistreerd als illegaal verblijvende vreemdeling. De rechtbank oordeelde dat de registratie in Eurodac en de verklaringen van de eiser bevestigden dat hij via Italië de Europese Unie was binnengekomen en daar geen asielaanvraag had gedaan. De rechtbank concludeerde dat de vermelding van een verkeerde datum in het aanmeldgehoor een kennelijke vergissing was en dat de Staatssecretaris terecht had verzocht om de overname van de eiser door Italië.
De rechtbank oordeelde verder dat er geen feiten of omstandigheden waren die de Staatssecretaris zouden dwingen om van de overdracht aan Italië af te zien. De eiser had niet aangetoond dat er in Italië sprake was van structurele tekortkomingen in het opvangsysteem of de asielprocedure. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet kon aantonen dat hij bij overdracht aan Italië zou worden blootgesteld aan onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van de eiser af, inclusief de verzoeken om proceskostenvergoeding. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven.