ECLI:NL:RBDHA:2022:12098

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
NL22.9800
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van kennelijke ongegrondheid met betrekking tot de situatie in Ivoorkust

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een jongvolwassene met de Ivoriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd gekwalificeerd. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. Eiser heeft aangevoerd dat hij in de Ivoorkust problemen heeft ondervonden, maar de rechtbank oordeelt dat de gebeurtenissen en problemen die eiser heeft beschreven niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser tegenstrijdige en summiere verklaringen heeft afgelegd over de reden van zijn vertrek uit de Ivoorkust, en dat hij niet in staat is geweest om zijn vrees voor terugkeer naar zijn land van herkomst aannemelijk te maken.

De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de rol van de tolk tijdens de gehoren. Eiser heeft verklaard dat hij de tolk goed heeft verstaan en dat er geen miscommunicatie heeft plaatsgevonden. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris zich op goede gronden op het standpunt heeft kunnen stellen dat de aanvraag van eiser als kennelijk ongegrond kon worden afgewezen, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.9800

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. A. Simicevic),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. van der Zijde).

ProcesverloopBij besluit van 29 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL22.9801, op 21 juni 2022 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is geboren op [geboortedag] 2003 en heeft de Ivoriaanse nationaliteit. Eiser heeft aan
zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in de Ivoorkust problemen heeft ondervonden.
2. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig
geacht. Volgens verweerder zijn de gebeurtenissen en problemen in Ivoorkust niet geloofwaardig.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit. Het asielrelaas is geloofwaardig.
Er is onvoldoende rekening gehouden met eisers referentiekader. Hij is jong volwassen en heeft een zeer traumatische achtergrond. Ook is onvoldoende rekening gehouden met zijn medische (psychische) toestand. Vanwege zijn slaap- en stressmedicatie heeft hij moeite met jaartallen en data. Daarbij is er bij het aanmeld gehoor en nader gehoor geen gebruik gemaakt van een registertolk. Er is geen onderzoek verricht naar de miscommunicatie tijdens de gehoren. Verder heeft hij geen goed verweer kunnen voeren (equality of arms), omdat verweerder in het bestreden besluit niet aangeeft welke bronnen er zijn gebruikt.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Verwijzing naar de zienswijze
4. Voor zover eiser verzoekt om zijn zienswijze als in zijn gronden van beroep
herhaald en ingelast te beschouwen, is de rechtbank van oordeel dat verweerder in het bestreden besluit gemotiveerd is ingegaan op wat eiser in zijn zienswijze heeft aangevoerd. Voor zover eiser in beroep niet heeft aangegeven dat en in welke zin verweerder in zijn motivering tekort is geschoten, gaat de rechtbank hieraan voorbij. Het enkel verwijzen naar de zienswijze kan immers niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit.
Tolk
5. Tijdens de gehoren is er een (niet-register)tolk Dioula ingezet om rekening te houden met eisers taal voorkeur. Eiser wilde niet in de Franse taal worden gehoord. Op zitting heeft verweerder aangegeven dat er geen registertolken in de taal Dioula zijn. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat niet is gebleken op welke manier het gebruik van een niet-registertolk de beantwoording van de vragen door eiser beïnvloed heeft. Eiser heeft in het aanmeldgehoor verklaard dat hij de tolk Dioula goed heeft verstaan en begrepen. Daarnaast heeft eiser aangegeven dat alles goed was en had hij geen op- en aanmerkingen had op de werkwijze van de tolk. Ook heeft eiser niet in de correcties en aanvullingen aangegeven dat er zaken verkeerd zijn weergegeven door de tolk.
Gebeurtenissen en problemen in de Ivoorkust
6. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiser de gebeurtenissen en
problemen in Ivoorkust niet aannemelijk heeft gemaakt. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser tegenstrijdig en summier heeft verklaard over de reden van zijn vertrek. Verweerder heeft eiser kunnen tegenwerpen dat hij weinig weet te verklaren over de dood van zijn moeder, terwijl dit de reden is van zijn vertrek uit de Ivoorkust. Verder blijkt uit de door eiser aangehaalde openbare bronnen niet dat er in 2011 sprake was van een staatsgreep zoals eiser heeft verklaard. Verweerder heeft zich verder op het standpunt kunnen stellen dat eiser oppervlakkig en algemeen heeft verklaard over de staatsgreep. Hij heeft alleen verklaard dat de oude president is weggejaagd en de nieuwe president Alassane aan de macht is gekomen. Hij weet verder niet op welke dag de staatsgreep plaats vond. Verder heeft eiser niet weten te concretiseren voor wie hij vreest bij terugkeer naar de Ivoorkust. Voorzover hij te vrezen heeft voor kolonel Zakaria is niet aannemelijk gemaakt dat de kolonel zich eiser zou kunnen herinneren nu zijn moeder vier of vijf jaar geleden zou zijn omgekomen tijdens opstanden.
Afwijzing aanvraag als kennelijk ongegrond
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de aanvraag gelet op het voorgaande
heeft kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Tegen de afwijzing als kennelijk ongegrond zijn geen afzonderlijke beroepsgronden aangevoerd.
Conclusie
8. De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd geen aanleiding voor het
oordeel dat het besluit tot stand is gekomen in strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel.
9. De rechtbank is van oordeel dat eiser niet in aanmerking komt voor een
verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a en b, Vw 2000.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr.N.Y. Majoor, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.