ECLI:NL:RBDHA:2022:12090
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan belang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een burger van de Democratische Republiek Congo, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 31 maart 2022 afgewezen als ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het onderzoek op zitting achterwege gelaten, omdat partijen hebben aangegeven dat schriftelijk uitspraak kan worden gedaan. Eiser was sinds 17 mei 2022 met onbekende bestemming vertrokken en er was geen contact meer met hem. De gemachtigde van eiser heeft de rechtbank geïnformeerd dat hij en eiser niet naar de zitting zouden komen. De Staatssecretaris heeft eveneens aangegeven niet naar de zitting te zullen komen en heeft toestemming gegeven voor een uitspraak zonder zitting.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser geen belang heeft bij de beoordeling van het beroep, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. N.Y. Majoor, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.