ECLI:NL:RBDHA:2022:12090

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
NL22.7733
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan belang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een burger van de Democratische Republiek Congo, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 31 maart 2022 afgewezen als ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft het onderzoek op zitting achterwege gelaten, omdat partijen hebben aangegeven dat schriftelijk uitspraak kan worden gedaan. Eiser was sinds 17 mei 2022 met onbekende bestemming vertrokken en er was geen contact meer met hem. De gemachtigde van eiser heeft de rechtbank geïnformeerd dat hij en eiser niet naar de zitting zouden komen. De Staatssecretaris heeft eveneens aangegeven niet naar de zitting te zullen komen en heeft toestemming gegeven voor een uitspraak zonder zitting.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser geen belang heeft bij de beoordeling van het beroep, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. N.Y. Majoor, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.7733

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. C.E. Stassen-Buijs),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

ProcesverloopBij besluit van 31 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het onderzoek op zitting achterwege gelaten als bedoeld in artikel 8:57 Algemene wet bestuursrecht omdat partijen hebben aangegeven dat schriftelijk uitspraak kan worden gedaan omdat er geen contact meer met eiser is. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedag] 1997 en is een Burger van Democratische Republiek Congo.
2. Bij brief van 23 augustus 2022 heeft gemachtigde aan de rechtbank meegedeeld dat uit zijn systemen volgt dat eiser sinds 17 mei 2022 met onbekende bestemming is vertrokken. Gemachtigde heeft geen contact meer kunnen krijgen met eiser. De gemachtigde heeft in dit bericht ook meegedeeld dat hij en eiser niet naar de zitting zullen komen.
3. In reactie op dit bericht heeft verweerder op 26 augustus 2022 aan de rechtbank meegedeeld niet naar de zitting te zullen komen en geeft de rechtbank toestemming om uitspraak zonder zitting te doen.
4. Gelet hierop gaat de rechtbank ervan uit dat eiser geen belang heeft bij de beoordeling van het beroep. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr.N.Y. Majoor, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.