ECLI:NL:RBDHA:2022:12088

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
NL22.6407
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling was gesteld. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van de verweerder was wel aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL22.6406) en heeft na de behandeling ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er op dezelfde dag in de andere zaak uitspraak was gedaan, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 11 mei 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.6407
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. H.T. Gerbrandy),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. L.M.F. Verhaegh).

Procesverloop

Bij besluit van 7 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.6406, op 11 mei 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.6406, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2022 door mr. J.A. Schuman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
11 mei 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.