ECLI:NL:RBDHA:2022:12085
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag energiebesparende maatregelen door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de afwijzing van een subsidieaanvraag voor energiebesparende maatregelen. De eiser had op 26 april 2021 een subsidie aangevraagd voor het uitvoeren van dak- en gevelisolatie aan zijn woning, maar deze aanvraag werd door de minister afgewezen. De minister stelde dat de aangevraagde maatregelen niet voldeden aan de vereisten voor subsidieverlening, met name omdat het isolatiemateriaal niet voldeed aan de minimale Rd-waarde en omdat niet aan de voorwaarde werd voldaan dat er twee of meer energiebesparende maatregelen moesten worden uitgevoerd.
De eiser voerde aan dat hij de dupe was van onzorgvuldigheid en gebrekkige informatie van de zijde van de minister, en dat hij had vertrouwd op eerdere goedkeuringen van vergelijkbare aanvragen. De rechtbank oordeelde echter dat de minister terecht had afgewezen, omdat de eiser niet kon vertrouwen op eerdere goedkeuringen die waren gebaseerd op onjuiste informatie. De rechtbank concludeerde dat de minister niet gehouden was om gemaakte fouten te blijven herhalen en dat de afwijzing van de subsidieaanvraag terecht was.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.