AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheidsbeoordeling en politieke bedreigingen in Colombia
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 9 november 2022, is de asielaanvraag van eiser, een Colombiaanse nationaliteit houder, afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser had zijn aanvraag ingediend op 10 december 2021, waarbij hij stelde dat hij en zijn familie in 2002 ontheemd waren geraakt door geweld van de FARC. Hij beweerde dat hij na zijn zestiende jaar opnieuw bedreigd werd door de FARC vanwege de politieke activiteiten van zijn vader. De rechtbank heeft de zaak behandeld samen met andere asielzaken en heeft de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser en zijn vriend, die ook betrokken was bij de aanvraag, beoordeeld.
De rechtbank concludeerde dat hoewel de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig waren, de gestelde bedreigingen door de FARC niet als geloofwaardig konden worden aangemerkt. De verklaringen van eiser en zijn vriend vertoonden significante tegenstrijdigheden, wat de geloofwaardigheid van hun verhaal ondermijnde. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende concrete en gedetailleerde informatie had verstrekt over de bedreigingen en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij uitzetting een reëel risico op ernstige schade zou lopen.
De rechtbank wees erop dat eiser niet onverwijld had gemeld bij de autoriteiten na zijn binnenkomst in Nederland, wat ook bijdroeg aan de afwijzing van zijn aanvraag. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.
Voetnoten
1.Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia.
2.Als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder h, van de Vw.
3.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
4.Pagina 9 en 12 van het rapport nader gehoor.
5.Pagina 14 en 19 van het rapport nader gehoor van [Naam 2].
6.Pagina 12 van het rapport nader gehoor.
7.Pagina 9 van het rapport nader gehoor.
8.Pagina 4 en 14 van het rapport nader gehoor van [Naam 2].
9.Pagina 10 van het rapport nader gehoor en pagina 5 van het rapport nader gehoor van [Naam 2].
10.Pagina 10 van het rapport nader gehoor.
11.Pagina 15, 16 en 17 van het rapport nader gehoor van [Naam 2].
12.Pagina 10 van het rapport nader gehoor.
13.Pagina 16 van het rapport nader gehoor van [Naam 2].
14.Pagina 13 van het rapport nader gehoor.
15.Pagina 4, 8 en 9 van het rapport nader gehoor.
16.Pagina 13 van het rapport nader gehoor.
17.Pagina 6 van het rapport nader gehoor.
18.Artikel 6 van Verordening (EU) 2016/399 (Schengengrenscode).