ECLI:NL:RBDHA:2022:12014
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.J. Metselaar, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag van verzoeker op 17 juni 2022 als kennelijk ongegrond was afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 28 oktober 2022 in Breda, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, A. Garabetian. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. W.P.R. Peeters.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak (NL22.13561), en om die reden het verzoek om een voorlopige voorziening afwijst. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.J. Sterks, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.