ECLI:NL:RBDHA:2022:11915

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
C/09/589737 / FA RK 20-1396
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake adoptieverzoek met betrekking tot biologische vader en verzoekers

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2022 een tussenbeschikking gegeven in een adoptieprocedure. Het verzoekschrift is ingediend op 9 maart 2020 door verzoekers, die ten tijde van indiening in de Democratische Republiek Congo woonden. De advocaat van verzoekers is mr. E.P.J. Appelman. De biologische vader van het kind is aangemerkt als belanghebbende, maar had aanvankelijk geen bekende woon- of verblijfplaats. De rechtbank had eerder, op 13 augustus 2021, verdere beslissingen aangehouden en de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek te verrichten. Dit onderzoek resulteerde in een rapport en advies van 29 november 2021, waaruit bleek dat de biologische vader bereikbaar was via contact met de moeder, die hem via Facebook had gevonden. Dit leidde tot WhatsApp-communicatie tussen hen. Gezien deze nieuwe informatie heeft de rechtbank besloten de mondelinge behandeling voort te zetten. De voortzetting van de behandeling is gepland op 14 maart 2022 om 9.00 uur via een videoverbinding, waarbij 60 minuten is gereserveerd voor de zitting. De rechtbank heeft in de beschikking aangegeven dat deze geldt als oproeping voor alle betrokken partijen, waaronder de verzoekers, de biologische vader, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de Raad voor de Kinderbescherming.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 20-1396
Zaaknummer: C/09/589737
Datum beschikking: 3 februari 2022

Adoptie

Beschikking op het op 9 maart 2020 ingekomen verzoekschrift van:

[naam01] en [naam02] ,

verzoeker en verzoekster, samen verzoekers,
volgens het verzoekschrift ten tijde van indiening van het verzoekschrift wonende te [woonplaats01] , Democratische Republiek Congo (hierna: Congo),
advocaat: mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[naam03] ,

de biologische vader,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats binnen of buiten Nederland,
en

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] ,

zetelend te [plaats01] ,
hierna: de ambtenaar.

Procedure

Bij beschikking van 13 augustus 2021 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang – iedere verdere beslissing aangehouden en is aan de Raad voor de Kinderbescherming verzocht een onderzoek te verrichten en daarover aan de rechtbank te rapporteren.
De rechtbank heeft opnieuw kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
- het rapport en advies van 29 november 2021 van de Raad voor de Kinderbescherming, regio [regio01] , locatie Rotterdam (hierna: de raad), kenmerk
[kenmerk01] ;
  • het aanvullend briefrapport van 7 december 2021 van de raad;
  • het bericht van 7 december 2021 met bijlage van verzoekers;
  • het bericht van 16 december 2021 met bijlage van verzoekers.

Beoordeling

Op grond van mededelingen van verzoekers is de rechtbank er tot nu toe vanuit gegaan dat onbekend was waar de biologische vader woonde of verbleef en dat geen contact met hem kon worden opgenomen. Inmiddels is het de rechtbank uit de stukken gebleken dat de moeder er in is geslaagd via Facebook contact met hem op te nemen en zij zijn contactgegevens heeft doorgegeven aan de raad. Er is ook WhatsApp-verkeer geweest tussen de moeder en de biologische vader. De biologische vader is dus wel degelijk bereikbaar gebleken. Bovendien heeft de biologische vader van zich laten horen richting de raad. De rechtbank ziet daarom aanleiding te bepalen dat de mondelinge behandeling wordt voortgezet. De rechtbank behoudt zich het recht voor om – als dat nodig mocht blijken – op eerdere overwegingen en beslissingen uit de tussenbeschikking terug te komen.
De voortzetting van de mondelinge behandeling zal plaatsvinden via een videoverbinding op 14 maart 2022 om 9.00 uur. Voor de behandeling van de zaak is 60 minuten uitgetrokken.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de behandeling van de verzoeken zal worden voortgezet door de meervoudige kamer op de zitting van
14 maart 2022 om 9.00 uurvia een videoverbinding;
bepaalt dat deze beschikking heeft te gelden als oproeping aan:
  • verzoekers en de advocaat;
  • de biologische vader;
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] ;
  • de Raad voor de Kinderbescherming, regio [regio01] , locatie [plaats] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C. Sluymer, J.M. Vink en M.J. Alt-van Endt, kinderrechters, tot stand gekomen in samenwerking met mr. M. Corver, griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 3 februari 2022.