Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Het betoog van eiser
Samenwerkingsplicht
Geloofwaardigheidsbeoordeling
“U verklaart dat het conflict tussen soennieten en sjiieten al langer gaande was in uw omgeving. Kunt u toelichten waarom u toch gekozen heeft om de twee jongens door het gebied heen te vervoeren?”Eiser heeft hierop geantwoord:
“Het was eigenlijk, zoals ik eerder heb gezegd, vanwege de vriendschap van mijn oom met de familie. Zij hebben ons ook in 2013 mijn zieke vader geholpen om gebracht te worden via Afghanistan naar Pashour. Op het moment dat zij ons om hulp hebben gevraagd en zeiden dat zij met spoed naar de plaats Sada moeten gaan, hebben wij door die vriendschap hun geholpen. Wij wisten niet dat wij onderweg zelf in problemen kwamen.”Eiser heeft ook verklaard waarom de jongens met spoed naar Sada moesten:
“Door het gebrek aan medische zorg in Afghanistan. Voor een medische behandeling moesten zij naar Sada, want een van die jongens was ziek.”(verslag nader gehoor, p. 11).
Wij wisten niet dat wij onderweg zelf in problemen kwamen” in redelijkheid niet kunnen afleiden dat eiser geen risico-inschatting heeft gemaakt. Ook die tegenwerping is naar het oordeel van de rechtbank dus onterecht.
“Ik zelf liep een beetje naar achter, want ik was bang voor de ruzie, toen zij mijn broer aan het schoppen en slaan waren.”(verslag nader gehoor, p. 12).
“Ik was tussen de groep van de andere mensen. Twee personen kwamen en hebben mij meegenomen in de auto.”(verslag nader gehoor, p. 4) en ook:
“Ik zelf liep een beetje naar achter, want ik was bang voor de ruzie, toen zij mijn broer aan het schoppen en slaan waren. Ik was ook aan het huilen. Op dat moment hebben twee mensen mij uit de menigte gehaald en mij naar de auto gebracht.”(verslag nader gehoor, p. 12).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.