ECLI:NL:RBDHA:2022:11895

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
NL22.3506
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die stelt de Gambiaanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1977, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in een besluit van 23 februari 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 8 april 2022, waarbij verzoeker werd bijgestaan door mr. D. van Elp, als waarnemer van zijn gemachtigde, en de heer E. Koné als tolk aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL22.3505) die verband hield met het beroep van verzoeker. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken, en is openbaar gemaakt op 15 april 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.3506
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

In het besluit van 23 februari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NLNL22.3505, op 8 april 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. D. van Elp, als waarnemer van zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen de heer E. Koné. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt dat hij de Gambiaanse nationaliteit heeft en dat hij is geboren op [geboortedatum] 1977.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.3505, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 april 2022

Documentcode: [nummer]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.