ECLI:NL:RBDHA:2022:11815
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging Ziektewet-uitkering en geschil over arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een huishoudelijk medewerkster, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een Ziektewet-uitkering die per 21 januari 2020 door het Uwv was beëindigd, omdat zij in staat werd geacht meer dan 65% van haar eerdere loon te verdienen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld op 12 juli 2022, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar zoon. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak vastgesteld, waaronder de medische en arbeidsdeskundige rapporten die ten grondslag lagen aan de beslissing van het Uwv. Eiseres betwistte de objectiviteit van deze rapporten en voerde aan dat haar beperkingen waren onderschat. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische beoordeling.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het Uwv terecht de ZW-uitkering van eiseres per 21 januari 2020 heeft beëindigd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.