ECLI:NL:RBDHA:2022:11728
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 november 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.N. Lorier, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 29 juni 2022 de asielaanvraag van verzoeker in de verlengde procedure had afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting op 30 september 2022, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, verwijzend naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL22.12314). De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.