Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
betrokkene is bijgestaan door zijn advocaat Temminck Tuinstra..
Ik begrijp het, we kunnen nu beginnen met het gehoor.’Het gehoor is afgenomen zonder bijstand van een advocaat.
alvast aan te vangen’zonder bijstand van een advocaat. Deze bewoordingen suggereren zowel taalkundig (zowel “alvast” als “aanvangen” duiden op een begin van iets, niet op de afronding) als contextueel (eiser had immers al meerdere keren aangegeven dat hij rechtsbijstand wilde) dat de advocaat ergens tijdens het gehoor eiser zou komen bijstaan en niet dat het gehele gehoor alsnog zonder rechtsbijstand zou plaatsvinden. Het antwoord op de vraag over het “alvast aanvangen” van het gehoor kan dus niet in de plaats treden van de vraag of eiser rechtsbijstand wil tijdens het gehoor. Toch is dat wat er feitelijk is gebeurd: op basis van eisers antwoord op de vraag over het “alvast aanvangen”, is het recht op en de wens van rechtsbijstand teniet gedaan. De advocaat is immers in het geheel niet meer bij het gehoor betrokken. Ook niet nadat die om 11.08 uur te kennen had gegeven (zie het formulier HV21 , stuk 6) rond 12.30/13.00 uur aanwezig te kunnen zijn. Eiser was toen nog niet in bewaring gesteld, dat is gebeurd om 12.05 uur.