Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. T. Thissen, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de opvolgende asielaanvraag van verzoeker op 9 juni 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting, waarbij beide partijen niet aanwezig waren, maar wel op de hoogte waren van de zitting. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde omdat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL21.9370) die verband hield met het beroep van verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.