ECLI:NL:RBDHA:2022:1165

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
NL21.20410
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.R.J. Maas, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag van verzoeker op 27 december 2021 niet-ontvankelijk had verklaard. De zitting vond plaats in Middelburg, waarbij verzoeker via een beeldverbinding aanwezig was, samen met zijn voogd en oom, die ook via beeldverbinding deelnamen. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. F.A. van den Berg.

Tijdens de zitting op 28 januari 2022 is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL21.20409). De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.20410

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.RJ. Maas).

Procesverloop

Bij besluit van 27 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.20409, op 28 januari 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is via beeldverbinding verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde aanwezig in de zittingszaal. Als tolk is verschenen G.M.A. Al-Harbia. Verder zijn de voogd van verzoeker, meneer [Naam 2] en verzoekers oom, de heer [Naam 3], verschenen via beeldverbinding. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.20409, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.