Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Duitse vreemdeling. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Fonville, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan haar de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak behandeld via een beeldverbinding, waarbij de eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De verweerder werd vertegenwoordigd door mr. R. Hopman.
De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring was opgelegd omdat er een risico bestond dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiseres betwistte de gronden voor de maatregel, maar de rechtbank oordeelde dat de argumenten van de verweerder voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet op de voorgeschreven wijze Nederland was binnengekomen en dat er geen aanleiding was om een lichter middel toe te passen. De rechtbank wees het beroep van eiseres ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.