Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
In dit geval heeft Nederland bij Oostenrijk een verzoek om terugname gedaan. Oostenrijk heeft dit verzoek aanvaard.
Het is aan eiser aannemelijk te maken dat dit in dit geval niet kan. Het is ook aan eiser om aannemelijk te maken dat in Oostenrijk sprake is van aan het systeem gerelateerde tekortkomingen van de asielprocedure of de opvangvoorzieningen die ernstige, op feiten berustende gronden vormen om aan te nemen dat eiser daar een reëel risico zal lopen op onmenselijke of vernederende behandelingen in de zin van artikel 4 van het Handvest of artikel 3 van het EVRM. Eiser is hierin niet geslaagd, nu hij zijn stellingen niet met rapporten, documenten of anderszins heeft onderbouwd.
Niet gebleken is dat de mogelijkheid om te klagen voor eiser niet bestaat of bij voorbaat kansloos is. Verder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat discriminatie in Oostenrijk zodanig geïnstitutionaliseerd is dat klagen (bij of over het (gebrek aan) optreden van de politie) bij voorbaat kansloos is.
Het beroep is ongegrond.
Beslissing
D.K. Bloemers, griffier.