ECLI:NL:RBDHA:2022:11592
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.A. Schuman
- H.J.J.M. Kock
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsdocument EU/EER op basis van schijnrelatie en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en een Nigeriaanse eiseres, die een verblijfsdocument EU/EER had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen op basis van het oordeel dat de eiseres en haar referent een schijnrelatie hadden. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende bewijs had geleverd om deze conclusie te onderbouwen, ondanks het rechtsvermoeden van een duurzame relatie door het gezamenlijke kind van de eiseres en de referent. De rechtbank verwierp de argumenten van de eiseres dat er sprake was van een duurzame relatie en dat zij recht had op verblijf op basis van het kind, dat een EU-burger is. De rechtbank concludeerde dat de hoorzitting zorgvuldig was verlopen en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de zijde van de verweerder. Het beroep van de eiseres werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.