Uitspraak
- C/09/586299 en FA RK 19-9907 (echtscheiding);
- C/09/590725 en FA RK 20-1923 (verdelen/verrekenen)
Vermogensrechtelijke afwikkeling bij de echtscheiding
Beschikking op het op 23 december 2019 ingekomen verzoekschrift van:
[naam01] ,
[naam02] ,
Procedure
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- de hoofdverblijfplaats van de twee minderjarige kinderen bij de moeder bepaald;
- een zorgregeling tussen de vader en de twee minderjarige kinderen vastgesteld;
- een informatieregeling van de moeder aan de vader over de twee kinderen vastgesteld;
- een door de vader aan de moeder vanaf de datum van inschrijving van de echtscheiding voor de twee kinderen te betalen kinderalimentatie vastgesteld;
- een door de man aan de vrouw vanaf de datum van inschrijving van de echtscheiding te betalen partneralimentatie vastgesteld;
- iedere verdere beslissing over de vermogensrechtelijke afwikkeling bij de echtscheiding (inclusief de spaargelden van de kinderen) aangehouden en bepaald dat de inhoudelijke behandeling van de verzoeken over de vermogensrechtelijke afwikkeling zal plaatsvinden op de zitting van 11 november 2021, met voor de goede orde een herhaling van de instructies en termijnen die de rechtbank al per beveiligde e-mail van 31 augustus 2021 aan beide advocaten heeft gegeven.
- het aanvullend/gewijzigd verzoekschrift met bijlagen van de advocaat van de vrouw, ingekomen op 28 oktober 2021;
- het aanvullend/gewijzigd (zelfstandig) verzoekschrift met bijlagen van de advocaat van de man, ingekomen op 28 oktober 2021;
Verzoeken van de vrouw
Verzoeken van de man
Beoordeling
€ 246.672,88onder conservatoir beslag op de derdenrekening van de transporterende notaris. De rechtbank zal hierna over de besteding en/of verdeling van dit gezamenlijk bedrag van partijen onder de notaris beslissen.
€ 406.021,-. De vrouw is daarnaast voor 50% draagplichtig aan de rekening-courant schuld in de BV ter hoogte van een bedrag van ten hoogste
€ 479.286,50. Als de man meer heeft bijgedragen in de schuld dan het gedeelte dat hem aangaat, dan heeft hij voor dit meerdere op grond van artikel 6:10 BW een regresrecht op de vrouw. De rechtbank zal aldus beslissen.
€ 40.000,-aan de vrouw moet betalen. De rechtbank zal aldus beslissen.
instemmingvan de man de Aegon polis destijds heeft afgekocht en de afkoopwaarde daarvan op de rekening van de vrouw heeft laten storten. Gelet op dit alles zal de rechtbank de kapitaalpolis bij Aegon nu formeel alsnog toedelen aan de vrouw, echter voor een waarde van nihil per december 2019 en dus zonder verdere verrekening met de man.
- [iban_nummer01] op naam van de man en de vrouw;
- [iban_nummer02] op naam van de vrouw;
- [iban_nummer03] op naam van de man.
€ 192.000,-aan de man moet betalen.
€ 10.931,80en dat de vrouw nu dus dit bedrag aan de man behoort te betalen.
Schuld man IB 2019.
€ 10.931,80 +