ECLI:NL:RBDHA:2022:11551
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaarde asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overdracht aan Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar eiser niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde wel. De staatssecretaris heeft in het bestreden besluit aangegeven dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, en dit besluit is door de rechtbank op 27 oktober 2022 ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt dat er geen geschil bestaat over de verantwoordelijkheid van Italië voor de behandeling van het asielverzoek. Eiser heeft geen overtuigende argumenten of documenten overlegd die zouden kunnen wijzen op een schending van zijn rechten in Italië. De rechtbank wijst erop dat de Italiaanse autoriteiten, in overeenstemming met de Europese asielrichtlijnen, het asielverzoek van eiser zullen behandelen. Eiser heeft weliswaar verwezen naar een rapport dat wijst op mogelijke vertragingen in de opvang van asielzoekers in Italië, maar dit is niet voldoende om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de Italiaanse autoriteiten.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de intentie van eiser om herenigd te worden met zijn familie in Nederland niet betekent dat zijn asielaanvraag inhoudelijk moet worden beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de asielprocedure niet bedoeld is voor reguliere gezinshereniging en dat eiser de gestelde familieband niet heeft onderbouwd. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 oktober 2022 door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier N.H. de Zeeuw.