Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres is geboren op [geboortedag] 1991 en heeft de Braziliaanse nationaliteit. Eiseres is met ingang van 17 november 2015 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid bij [A], (haar ex-partner, referent)’. Deze verblijfsvergunning is verleend met een geldigheidsduur tot 17 november 2020.
Bij het primaire besluit, gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken, omdat is gebleken dat de relatie met referent is verbroken vanaf 22 januari 2019. Nu de relatie is beëindigd, voldoet eiseres niet meer aan de voorwaarden van de verblijfsvergunning. [1] De intrekking van de verblijfsvergunning is volgens verweerder niet in strijd met artikel 8 van het EVRM. [2] Van bijzondere omstandigheden om af te wijken van het beleid [3] is geen sprake. Verweerder heeft in het bezwaar van eiseres geen aanleiding gezien om tot een andere beslissing te komen of om haar te horen.