ECLI:NL:RBDHA:2022:11507
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening op grond van de Wet open overheid met betrekking tot informatie over bijstandsgerechtigden in Gouda
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], hebben een verzoek ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo) om informatie over bijstandsgerechtigden in de gemeente Gouda. Dit verzoek was bedoeld voor een lopende hoger beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB), waarbij de zitting op 11 oktober 2022 gepland stond. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Gouda, heeft op 8 september 2022 besloten om de gevraagde informatie niet openbaar te maken, omdat een deel van de informatie niet beschikbaar was en een ander deel al openbaar was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 september 2022 behandeld. In zijn overwegingen heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er geen zwaarwegend spoedeisend belang was, aangezien verzoekers zelf de spoedeisende situatie hadden gecreëerd door hun Woo-verzoek pas op 4 juli 2022 in te dienen. Bovendien was het bestreden besluit niet evident onrechtmatig, en de gevraagde voorziening strekte te ver, omdat het verzoek niet specifiek genoeg was en verweerder niet kon worden verplicht om onbepaalde documenten over te leggen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De schriftelijke motivering van de uitspraak is op 4 november 2022 aan partijen toegezonden, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.