ECLI:NL:RBDHA:2022:11497

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
C/09/635114 / FA RK 22-6042
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake gezamenlijke toegang ouders en zorgregeling voor minderjarige kinderen

In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2022 uitspraak gedaan in een procedure betreffende gezamenlijke toegang van ouders tot hun minderjarige kinderen. De ouders, die van 2015 tot 2019 met elkaar gehuwd zijn geweest, hebben gezamenlijk gezag over hun drie kinderen, geboren in 2012, 2015 en 2017. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder. De ouders hebben een ouderschapsplan opgesteld waarin zij afspraken hebben gemaakt over de zorg- en opvoedingstaken. Echter, zij zijn het niet eens over de wijziging van de zorgregeling. Tijdens de zitting op 26 september 2022 hebben de ouders overeenstemming bereikt over een nieuwe zorgregeling die ingaat op 1 januari 2023. De nieuwe regeling houdt in dat de kinderen op maandag en dinsdag bij de vader zijn, en op donderdag en vrijdag bij de moeder. De regeling voor de woensdagen is afhankelijk van de weekendregeling. De ouders hebben ook afspraken gemaakt over de vakanties, waarbij de kinderen in 2023 de eerste twee weken bij de moeder zijn, gevolgd door een week bij de vader, en in 2024 de eerste drie weken bij de moeder en de laatste drie weken bij de vader. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om samen een duidelijke planning en kleurenschema voor de zorgregeling te maken. De beschikking is uitgesproken door kinderrechter mr. C.S.F. de Nijs, bijgestaan door griffier mr. R.P. Bas.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-6042
Zaaknummer: C/09/635114
Datum beschikking: 30 september 2022

Procedure gezamenlijke toegang ouders

Beschikking op het op 13 september 2022 ingekomen deelnameformulier van:

[naam01] ,

de vader,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. E. Jongkoen te Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[naam02] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. M.M. van Wijk te Delft.

Procedure

De ouders hebben zich tot de rechtbank gewend voor het indienen van een door beide ouders ingevuld en ondertekend deelnameformulier ‘pilot procedure gezamenlijke toegang ouders’, met bijlagen. De ouders hebben ermee ingestemd dat de procedure wordt gevoerd volgens de ‘procesregels gezamenlijke toegang ouders’.
De rechtbank heeft kennisgenomen van voornoemd deelnameformulier, met bijlagen.
Op 26 september 2022 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de ouders, ieder bijgestaan door hun advocaat, en [naam03] namens de Raad voor de Kinderbescherming.

Feiten

  • De ouders zijn met elkaar gehuwd geweest van [datum huwelijk01] 2015 tot [datum echtscheiding01] 2019.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] ;
  • [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2015 te [geboorteplaats01] ;
  • [minderjarige03] , geboren op [geboortedatum03] 2017 te [geboorteplaats01] .
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
  • De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de moeder.
  • In het door de ouders op 6 december 2018 ondertekende ouderschapsplan, dat is aangehecht aan de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van [echtscheidingsbeschikking01] 2019, zijn zij, voor zover hier van belang, een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) overeengekomen, waarbij de kinderen:
  • wekelijks minimaal twee en maximaal drie aaneengesloten dagen bij de vader verblijven, waarbij de ouders in goed onderling overleg afspreken welke dagen dat zullen zijn, rekening houdend met het (onregelmatige) werkrooster van de vader;
  • in de zomervakantie in de eerste tot en met de derde week bij de moeder zijn en de vierde tot en met de zesde week bij de vader;
  • in de voorjaars-, mei- en herfstvakantie bij de vader/moeder zijn volgens de reguliere zorgregeling, tenzij een ouder, in overleg met de andere ouder met een of meer kinderen op vakantie gaat;
  • op kerstnacht bij de vader zijn, op 1e kerstdag bij de vader/moeder zijn in onderling overleg, op 2e kerstdag bij de moeder zijn;
  • met oud en nieuw in de oneven jaren bij de vader zijn en in de even jaren bij de moeder;
  • de rest van de kerstdagen bij de vader/moeder zijn in onderling overleg.

Verzoek en verweer

De ouders zijn het niet eens over de (wijziging van de) zorgregeling.

Beoordeling

Overeenstemming
Zorgregeling
De ouders hebben op de zitting overeenstemming bereikt. De ouders hebben afgesproken dat de volgende zorgregeling als vaste regeling zal gelden:
- de kinderen zijn iedere maandag en dinsdag bij de vader en
- iedere donderdag en vrijdag bij de moeder.
De regeling voor de woensdagen is afhankelijk van de weekendregeling.
Met betrekking tot de weekenden zijn de kinderen twee weekenden bij de moeder en vervolgens één weekend bij de vader, daarna weer twee weekenden bij de moeder, daarna weer één weekend bij de vader, enzovoorts.
In de weken dat de kinderen in het weekend bij de moeder zijn, zijn de kinderen ook op de woensdag bij de vader en wel tot de donderdagochtend en als de kinderen in het weekend bij de vader zijn, zijn de kinderen op de woensdag bij de moeder. De rechtbank zal conform deze overeenstemming beslissen.
Op de zitting is met de ouders besproken dat zij gezamenlijk, met de kalender ernaast, een duidelijke planning zullen maken en dan voor de kinderen ook een kleurenschema maken voor de invulling van deze zorgregeling.
Omdat de nieuwe vaste zorgregeling meebrengt dat er praktische aanpassingen moeten worden gemaakt en daarvoor een aanlooptijd nodig is, hebben de ouders afgesproken dat de nieuwe zorgregeling zal ingaan op 1 januari 2023.
Vakanties
Met betrekking tot de vakanties hebben de ouders ook overeenstemming bereikt. Hoewel in het ouderschapsplan is afgesproken dat ten aanzien van de zomervakantie een drie-om-drie weken regeling geldt, hadden de ouders, vanwege de jonge leeftijd van de kinderen, daarna onderling afgesproken dat zij nu een twee-één-één-twee weken regeling hanteren. De kinderen zijn nu dus de eerste twee weken bij de moeder, dan een week bij de vader, dan een week bij de moeder en daarna twee weken bij de vader. In 2023 zullen de ouders deze twee-één-één-twee weken verdeling nog uitvoeren. Vanaf 2024 zal de verdeling zijn dat de kinderen de eerste drie weken bij de moeder zijn en de laatste drie weken bij de vader.
Voor de voorjaars-, herfst- en meivakantie hebben de ouders afgesproken dat dezelfde afspraak zal gelden als die zij in het ouderschapsplan al hebben vastgelegd, namelijk dat de reguliere zorgregeling zal doorlopen, tenzij een ouder, in overleg met de andere ouder, met een of meer kinderen op vakantie gaat.
Voor wat betreft de kerstdagen hebben de ouders afgesproken dat in 2022 de afspraak zal gelden zoals neergelegd in het ouderschapsplan. Vanaf 2023 zullen de ouders ieder jaar in overleg treden over de verdeling van de kerstdagen. De ouders zorgen ervoor dat zij ieder jaar voor november van het betreffende jaar een afspraak hebben gemaakt over de kerstdagenverdeling. De verdeling met oud en nieuw blijft ongewijzigd.
De rechtbank zal conform de overeenstemming van de ouders beslissen.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de onderling getroffen regeling, aangehecht aan de beschikking van deze rechtbank van [echtscheidingsbeschikking01] 2019 – :
bepaalt dat de minderjarigen:
  • [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] ;
  • [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2015 te [geboorteplaats01] ;
  • [minderjarige03] , geboren op [geboortedatum03] 2017 te [geboorteplaats01] ;
met ingang van 1 januari 2023 bij de ouders zullen zijn volgens de volgende vaste zorgregeling:
  • week 1:maandag en dinsdag bij de vader, woensdag tot en met vrijdag bij de moeder, zaterdag en zondag bij de vader;
  • week 2:van maandag tot en met donderdagochtend naar school bij de vader, van donderdagmiddag uit school tot en met maandagochtend naar school bij de moeder;
  • week 3:van maandag tot en met donderdagochtend naar school bij de vader, van donderdagmiddag uit school tot en met maandagochtend naar school bij de moeder;
waarna dit schema weer herhaald wordt;
bepaalt als vakantieregeling dat de kinderen bij de ouders zijn:
-
zomervakantie:
  • in 2023: volgens de huidige verdeling: de eerste twee weken bij de moeder, dan een week bij de vader, dan een week bij de moeder en de laatste twee weken bij de vader;
  • vanaf 2024: de eerste drie weken bij de moeder en de laatste drie weken bij de vader;
  • de voorjaars-, mei- en herfstvakantie: volgens de reguliere zorgregeling, tenzij een ouder, in overleg met de andere ouder met een of meer kinderen op vakantie gaat;
  • kerstdagen:
  • in 2022: volgens de huidige afspraken in het ouderschapsplan;
  • vanaf 2023: volgens de in onderling overleg gemaakte afspraak voor november van het betreffende jaar;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.S.F. de Nijs, kinderrechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 30 september 2022.