Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.de stichting NATIONAAL COMITÉ TEGEN VERPLICHTE MONDKAPJES, te Overbetuwe,
ALGEMENE NEDERLANDSE BURGERBELANGEN VERENIGING, te Middelharnis
1.De procedure
- het vonnis van 8 september 2021 waarin – naar aanleiding van de constatering dat niet was voldaan aan de voorschriften van artikel 1018c lid 2 Rv over de indiening van de dagvaarding en de aantekening daarvan in het centraal register voor collectieve vorderingen en de uitlating van partijen daarover – de rechtbank heeft beslist dat dit in deze zaak niet leidt niet-ontvankelijkheid;
- de conclusie van antwoord met bijlagen.
2.Het geschil
althans een zodanige beslissing neemt als zij in goede justitie vermeent te behoren,
met veroordeling van de Staat in de proceskosten;
althans een zodanige beslissing neemt als zij in goede justitie vermeent te behoren,
met veroordeling van de Staat in de proceskosten.
3.De beoordeling
a. dat eiser voldoet aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 3:305a lid 1 tot en met 3 BW (of niet aan die eisen hoeft te worden voldaan op grond van artikel 3:305a lid 6 BW);
b. dat de eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voeren van deze collectieve vordering efficiënter en effectiever is dan het instellen van een individuele vordering doordat de te beantwoorden feitelijke en rechtsvragen in voldoende mate gemeenschappelijk zijn, het aantal personen tot bescherming van wier belangen de vordering strekt, voldoende is en, indien de vordering strekt tot schadevergoeding, dat zij alleen dan wel gezamenlijk een voldoende groot financieel belang hebben, en
- zij behartigt deze belangen ingevolge haar statuten (lid 1),
- deze belangen zijn voldoende gewaarborgd (lid 1, uitgewerkt in lid 2),
- de bestuurders betrokken bij de oprichting van de stichting of vereniging, en hun opvolgers, hebben geen rechtstreeks of middellijk winstoogmerk, dat via de stichting of vereniging wordt gerealiseerd (lid 3 sub a)
- de rechtsvordering heeft een voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer (lid 3 sub b)
- de stichting of de vereniging heeft in de gegeven omstandigheden voldoende getracht het gevorderde door het voeren van overleg met de verweerder te bereiken (lid 3 sub c),
- de stichting of de vereniging stelt bestuursverslagen en jaarrekeningen op (lid 5).
opt-outof
opt-in) en 1018g Rv (de pauze in de procedure). Dat ligt voor vorderingen die niet zien op schadevergoeding voor een bepaalde groep benadeelden wellicht niet altijd in de rede, maar in de wet is daarop geen uitzondering gemaakt voor ideële vorderingen. Stichting Ademvrij en ANBB zullen daarom in de gelegenheid gesteld worden om zich ook daarover uit te laten en in elk geval aan te geven wie als belangenbehartiger zou moeten worden aangewezen, op welke wijze de in artikel 1018e Rv beschreven mededeling zou moeten worden gedaan en wat daarin zou moeten staan.
4.De beslissing
3 augustus 2022voor het nemen van een conclusie door Stichting Ademvrij en ANBB over de ontvankelijkheidsvereisten beschreven in artikel 1018c lid 5 Rv en de te nemen vervolgstappen beschreven in 1018e en verder Rv, waarna de Staat vier weken later een antwoordconclusie kan nemen,