6.3Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling. De verdachte heeft het slachtoffer tegen het hoofd geslagen en, toen hij op de grond lag na een trap van de medeverdachte, tegen het hoofd geschopt. Als gevolg van dit buitensporig agressieve handelen van de verdachte heeft het slachtoffer onder andere meerdere kneuzingen in het hersenweefsel, een bloeding binnen de schedel, en breuken van de schedel, kaak, neus en tanden opgelopen en was medisch ingrijpen noodzakelijk. Het slachtoffer heeft nog steeds minder gehoor en heeft een piep in zijn oor. Ook zijn bij hem vier gebitsimplantaten geplaatst. Naast de fysieke gevolgen voor het slachtoffer, heeft het handelen van de verdachte ook een mentale impact op hem, zijn familie en vrienden gehad. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring volgt dat het een tijd heeft geduurd voordat het slachtoffer weer positief in het leven kon staan.
Het voorgaande rekent de rechtbank de verdachte zeer zwaar aan. Temeer nu de aanleiding van het geweld een vermeende scheldpartij was waarbij het voor de verdachte niet eens duidelijk was dat het slachtoffer zou hebben gescholden. Daarnaast vindt de rechtbank het bijzonder zorgelijk dat de verdachte bij oplopende emoties kennelijk in staat is tot het gebruik van zulk explosief geweld.
Strafblad
De rechtbank heeft aan de hand van de Justitiële Documentatie van 8 september 2022 vastgesteld dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Dit weegt dan ook niet mee in de bepaling van de straf.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het advies van Reclassering Nederland van 4 oktober 2022. Er is als volgt gerapporteerd.
Blijkens ons onderzoek berust het hem ten laste gelegde op een ongelukkige samenloop van
omstandigheden. De combinatie van onverwerkte rouw omtrent het overlijden van zijn vader aan kanker, het feit dat betrokkene onder invloed van alcohol verkeerde en het schelden van aangever met "kanker" heeft bij betrokkene geleid tot een agressieve impulsdoorbraak. Het risico dat dit nogmaals zal gebeuren acht de reclassering klein. Betrokkene heeft een steunend netwerk aan vrienden, maakt nog onderdeel uit van het gezinsleven, heeft een diploma en een baan en drinkt doorgaans met mate binnen een sociale setting. De reclassering ziet het alcoholgebruik en onverwerkte rouw als gerelateerd aan het huidige hem ten laste gelegde, maar niet als nog aanwezige criminogene factoren. Betrokkene heeft een behandeltraject gericht op emotieregulatie bij Youz doorlopen, hetgeen onderdeel was van zijn schorsende voorwaarden. Blijkens het afsluitbrief van Youz
schatten ook zij het risico op recidive laag in.
De reclassering ziet geen verdere aanknopingspunten voor een traject binnen de forensische zorg en geen verdere noodzaak voor het opleggen van bijzondere voorwaarden. De eerder opgelegde schorsende voorwaarden, waar betrokkene zich het afgelopen jaar aan heeft gehouden, heeft het gewenst effect gehad; het recidiverisico wordt laag geschat. De reclassering ziet wel meerwaarde in het opleggen van een (deels) voorwaardelijk straf onder algemene voorwaarden. Betrokkene is vatbaar gebleken voor voorwaarden waar negatieve consequenties aan verbonden zijn. Verwacht wordt dat een stok achter de deur bij betrokkene zal bijdragen aan het laag houden van het risico op recidive.
Hieruit leidt de rechtbank in het voordeel van de verdachte af dat hij tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis met behulp van de behandeling een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Daarnaast heeft de verdachte zijn leven goed op orde.
Toepassing van het jeugdstrafrecht in ASR zaken
De rechtbank kan – ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren maar nog niet die van 23 jaren heeft bereikt – het jeugdstrafrecht toepassen.
Door de officier van justitie is om toepassing van het jeugdstrafrecht verzocht. Bij de verdachte was ten tijde van het tenlastegelegde sprake van onderontwikkelde copingsvaardigheden op het gebied van emotieverwerking. Hij maakt in het algemeen een jeugdige indruk, maakt nog actief deel uit van het gezin en blijkt nog ontvankelijk voor pedagogische sturing. Gelet op de voornoemde omstandigheden adviseert Reclassering Nederland toepassing van het jeugdstrafrecht en begeleiding door de jeugdreclassering.
De rechtbank neemt het advies van Reclassering Nederland over en past het jeugdstrafrecht toe.
Op te leggen straf of maatregel
De rechtbank heeft gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken. Hieruit volgt dat een onvoorwaardelijke jeugddetentie een passende straf zou zijn.
Gelet op de ernst van het feit, zoals hierboven besproken, is de rechtbank van oordeel dat ook in het geval van de verdachte in beginsel geen andere straf dan een jeugddetentie van aanzienlijke duur op zijn plaats zou zijn. Daartegenover staat dat de verdachte het behandeltraject bij Youz, gericht op emotieregulatie, positief heeft doorlopen. Daarnaast heeft de verdachte (ter terechtzitting) berouw getoond en heeft hij in bepaalde mate zijn verantwoordelijkheid genomen voor wat hij heeft gedaan. Daar komt bij dat de verdachte werk heeft en een stabiele thuissituatie. Een jeugddetentie zou deze positieve aspecten op een negatieve wijze doorbreken. Dit acht de rechtbank onwenselijk.
Alles afwegende zal de rechtbank de verdachte een werkstraf voor de duur van 200 uur opleggen, en daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van drie maanden. Op deze manier wordt recht gedaan aan de ernst van het gepleegde feit, en wordt de verdachte er tegelijkertijd van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.