ECLI:NL:RBDHA:2022:11335
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake omgevingsvergunning voor het kappen en verplanten van bomen aan de Mient in Den Haag
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 oktober 2022, worden de beroepen van eisers tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het kappen van 158 en het verplanten van 15 bomen aan de Mient in Den Haag beoordeeld. De rechtbank constateert dat de gemeente Den Haag de omgevingsvergunning heeft verleend op basis van drie redenen: herinrichting van de openbare ruimte, vervanging van het riool en beheer van de bomen. Eisers betogen dat de waarde van de bomen niet voldoende is meegewogen en dat de herinrichting niet ten koste zou moeten gaan van de aanwezige bomen. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde bomen, die deel uitmaken van de hoofdboomstructuur, niet behouden kunnen blijven. Daarnaast wordt vastgesteld dat de motivering voor de kap van bomen in sectie 1, waarbij uitsluitend de vervanging van het riool als reden is opgevoerd, niet voldoende is onderbouwd. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om deze gebreken te herstellen binnen zes weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank benadrukt dat de belangenafweging tussen de kap van de bomen en de redenen voor de kap zorgvuldig moet worden uitgevoerd, waarbij de waarde van de bomen niet mag worden onderschat.