ECLI:NL:RBDHA:2022:11293

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 augustus 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
C-09-599554-HA ZA 20-903(2)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke schrijffout en rekenfout in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 een eindvonnis gewezen tussen de vrouw, eiseres, en de man, gedaagde. Na de uitspraak werd de rechtbank op de hoogte gesteld van een kennelijke schrijffout in het vonnis, waarbij een bedrag van € 130.99,40 verkeerd was weergegeven. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze fout op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarnaast werd er door de vrouw een verzoek ingediend om een kennelijke rekenfout te corrigeren, waarbij een waarde van een kavel niet was meegenomen in de totale berekening van de verdeling van de goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat zowel de schrijffout als de rekenfout voor eenvoudig herstel in aanmerking komen.

In het herstelvonnis van 17 augustus 2022 heeft de rechtbank de onjuiste bedragen gecorrigeerd. De rechtbank heeft de bedragen in de rechtsoverwegingen aangepast, zodat de vrouw nu recht heeft op een totaalbedrag van € 130.632,64 in plaats van het eerder vermelde bedrag. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man binnen 15 dagen na betekening van het vonnis dit bedrag aan de vrouw moet betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Het herstelvonnis is openbaar uitgesproken en de partijen zijn geïnformeerd over de wijzigingen die zijn aangebracht in het eerdere vonnis.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/599554 / HA ZA 20-903
Herstelvonnis van 17 augustus 2022
in de zaak van
[de vrouw]te [plaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. A.R. van Maas de Bie te Helmond,
tegen
[de man]te [plaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. V.A.D. Enters te Den Haag.
Partijen zullen hierna ‘de vrouw’ en ‘de man’ genoemd worden.
1. Ambtshalve verbetering kennelijke schrijffout en verzoek tot verbetering kennelijke rekenfout
1.1. Op 20 juli 2022 heeft de rechtbank een eindvonnis gewezen in deze zaak. Op 27 juli 2022 heeft de rechtbank partijen bericht dat haar na afgifte van voornoemd vonnis van 20 juli 2022 is gebleken dat in het vonnis sprake is van een kennelijke schrijffout, omdat daarin (onder 4.27) staat dat de vordering onder 3.I.V. zal worden toegewezen voor een bedrag van € 130.99,40, terwijl daar had moeten staan een bedrag van
€ 130.099,40. Er mist dus een nul. Deze schrijffout komt terug in het dictum (onder 5.1.6). De rechtbank heeft partijen meegedeeld voornemens te zijn deze schrijffout te verbeteren en hen gelegenheid gegeven zich hierover uit te laten op grond van artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (‘Rv’).
1.2. Op 27 juli 2022 heeft mr. Van Maas de Bie de rechtbank en de wederpartij namens de vrouw bericht dat naast genoemde verschrijving ook sprake is van een kennelijke rekenfout die zich voor eenvoudig herstel leent en zij heeft de rechtbank verzocht op grond van artikel 31 Rv (mede) hierom over te gaan tot herstel van het vonnis van deze rechtbank van 20 juli 2022. De kennelijke rekenfout bestaat volgens de vrouw hierin dat op pagina 16 (onder 4.26 onder 1) staat dat aan de man worden toegedeeld het huis in Burkina Faso ter waarde van € 238.000 en de kavel ter waarde van € 1.066, derhalve voor in totaal € 239.066, en dat in de laatste regel onder 1 abusievelijk de waarde van de kavel (€ 1.066) niet is meegenomen. Die waarde van € 1.066 moet dus nog worden toegevoegd. Volgens de vrouw leidt dit ertoe dat het totaalbedrag €
254.286,50is (in plaats van € 253.220,50, wat nu in het vonnis staat). De verrekenvordering bedraagt dan een bedrag van
€ 130.632,64, aldus de vrouw.
1.3. Namens de man is niet op de berichten gereageerd.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 31 lid 1 Rv kan de rechter, op verzoek van een partij of ambtshalve, een kennelijke rekenfout, schrijffout of ander kennelijke fout in een vonnis die zich voor eenvoudig herstel leent, verbeteren.
2.2.
De rechtbank heeft geconstateerd dat in haar vonnis van 20 juli 2022 (onder 4.27 en in het dictum onder 5.1.6) sprake is van een onjuiste vermelding van een bedrag (zie 1.1). De rechtbank is daarnaast met de vrouw van oordeel dat in het vonnis van 20 juli 2022 ook sprake is van een kennelijke rekenfout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het vonnis verbeteren als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
bepaalt dat rechtsoverweging 4.26 van het op 20 juli 2022 tussen [de vrouw] en [de man] gewezen vonnis, daar waar staat
“1. Aan de man worden toegedeeld:
- (...)
Een en ander in totaal derhalve (€ 238.000 + € 15.000 + € 220,50= ) € 253.220,50.”
wordt gewijzigd in:
“1. Aan de man worden toegedeeld:
- (...)
Een en ander in totaal derhalve (€ 239.066 + € 15.000 + € 220,50= ) € 254.286,50.”
3.2.
bepaalt dat rechtsoverweging 4.27 van het op 20 juli 2022 tussen [de vrouw] en [de man] gewezen vonnis, waar staat:
“Met deze verdeling wordt de man overbedeeld met een bedrag van (€ 253.220,50 -/- € 2.194,50 =) € 251.026. Dat betekent dat de vrouw daarvan nog de helft toekomt, dat is € 125.513. En de man moet aan de vrouw nog € 4,586,64 vergoeden vanwege de door haar afgeloste gezamenlijke creditcardschulden. In die zin wordt de vordering onder 3.1.V toegewezen tot in totaal € 130.99,64.”
wordt gewijzigd in:
“Met deze verdeling wordt de man overbedeeld met een bedrag van (€ 254.286,50 -/- € 2.194,50 =) € 252.092. Dat betekent dat de vrouw daarvan nog de helft toekomt, dat is € 126.046. En de man moet aan de vrouw nog € 4,586,64 vergoeden vanwege de door haar afgeloste gezamenlijke creditcardschulden. In die zin wordt de vordering onder 3.1.V toegewezen tot in totaal € 130.632,64.”
3.3.
bepaalt dat 5.1.6 van het op 20 juli 2022 tussen [de vrouw] en [de man] gewezen vonnis, waar staat:
“veroordeelt de man om binnen 15 dagen na betekening van dit vonnis een bedrag van € 130.99,64 aan de vrouw te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag te rekenen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;”
wordt gewijzigd in:
“veroordeelt de man om binnen 15 dagen na betekening van dit vonnis een bedrag van € 130.632,64 aan de vrouw te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag te rekenen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;”
3.4.
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum van 17 augustus 2022 worden vermeld op de minuut van het vonnis van 20 juli 2022;
3.5.
bepaalt dat ieder der partijen een grosse / afschrift van het herstelde vonnis van 20 juli 2022 en een grosse / afschrift van dit herstelvonnis wordt verstrekt;
3.6.
gelast elk der partijen ,voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 20 juli 2022 na ontvangst van dit herstelvonnis – en voor zover dat nog niet is gebeurd – aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit herstelvonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 2513