In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 een eindvonnis gewezen tussen de vrouw, eiseres, en de man, gedaagde. Na de uitspraak werd de rechtbank op de hoogte gesteld van een kennelijke schrijffout in het vonnis, waarbij een bedrag van € 130.99,40 verkeerd was weergegeven. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze fout op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarnaast werd er door de vrouw een verzoek ingediend om een kennelijke rekenfout te corrigeren, waarbij een waarde van een kavel niet was meegenomen in de totale berekening van de verdeling van de goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat zowel de schrijffout als de rekenfout voor eenvoudig herstel in aanmerking komen.
In het herstelvonnis van 17 augustus 2022 heeft de rechtbank de onjuiste bedragen gecorrigeerd. De rechtbank heeft de bedragen in de rechtsoverwegingen aangepast, zodat de vrouw nu recht heeft op een totaalbedrag van € 130.632,64 in plaats van het eerder vermelde bedrag. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man binnen 15 dagen na betekening van het vonnis dit bedrag aan de vrouw moet betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Het herstelvonnis is openbaar uitgesproken en de partijen zijn geïnformeerd over de wijzigingen die zijn aangebracht in het eerdere vonnis.