Wat de rechtbank vindt
7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij heeft beschreven dat eiseres verminderd belastbaar is vanwege psychische klachten.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 24 juni 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd en informatie opgevraagd bij de behandelend psychiater. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aanleiding gezien aanvullende beperkingen aan te nemen.
10. Eiseres heeft aangevoerd dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanvullende informatie op had moeten vragen bij de psychiater over de gestelde verbetering van haar psychische klachten. Verder heeft eiseres in beroep nog medische informatie ingebracht van de radioloog en orthopeed, en een medicatieoverzicht.
11
.Over de medische informatie die eiseres in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gemotiveerd aangegeven dat dit geen aanleiding geeft om het standpunt te wijzigen.
12. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat verdere aanvullende informatie opgevraagd had moeten worden bij de behandelend psychiater. De rechtbank constateert dat de gestelde verbeteringen één-op-één zijn overgenomen uit de brief van de psychiater van 25 mei 2021. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de verzekeringsarts niet van deze informatie uit kon gaan en aanvullende informatie op had moeten vragen.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
14. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiseres verminderd belastbaar is vanwege haar psychische klachten. Op lichamelijk gebied zijn er volgens de verzekeringsarts geen objectiveerbare afwijkingen. Hij neemt alleen beperkingen aan voor fysiek zware arbeid. Er is geen situatie van geen benutbare mogelijkheden. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor persoonlijk en sociaal functioneren, de fysieke omgeving, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
15
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 24 juni 2021 beschreven dat hij aanleiding ziet om aanvullende beperkingen aan te nemen voor de psychische klachten, waaronder een urenbeperking.
16. Eiseres vindt dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar psychische klachten, waarvoor zij ook onder behandeling is bij een psychosomatische fysiotherapeut. Zij voert ook aan dat het UWV ten onrechte geen aanvullende beperkingen heeft aangenomen op het gebied van sociaal functioneren, aanpassing aan fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen (reiken) en werktijden. Eiseres stelt dat de urenbeperking te licht is. Eiseres meent dat ze niet in staat is om structureel aan het werk te gaan. Zij onderbouwt haar standpunt met een afsprakenbrief bij het orthopedisch centrum, twee radiologieberichten, de uitkomst van een echo-onderzoek en een medicatieoverzicht.
17. In het aanvullende rapport van 16 mei 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gereageerd op de in beroep ingebracht medische informatie. Kort na de datum in geding is tendinitis calcarea vastgesteld aan de rechterschouder. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is in de FML al voldoende rekening gehouden met verminderde belastbaarheid van de rechterschouder. In zijn aanvullende rapport van 25 augustus 2022 heeft hij toegelicht dat er in de FML al rekening is gehouden met beperkingen aan het actief zijn boven schouderhoogte en dat kortdurende bewegingen boven schouderhoogte toelaatbaar zijn. Ten aanzien van de knieslijtage stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat dit geen aanleiding geeft tot aanpassing van de belastbaarheid van de knie. Verder blijkt uit de informatie dat er verdikking van de schildklier is geconstateerd, maar volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is dit ruim na de datum in geding en er is geen reden voor aanvullende arbeidsbeperkingen per datum in geding.
18
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. Hij heeft toegelicht dat de gestelde diagnose aan de rechterschouder al ondervangen worden met de aangenomen beperkingen en dat de knieslijtage niet leidt tot beperkingen in de belastbaarheid.
19
.Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd.
De arbeidskundige beoordeling
20. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres met de middelste van de geduide functies 68,82% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als medewerker schoonmaak, zodat eiseres voor de overige 31,18% arbeidsongeschikt is.
22. Het beroep van eiseres op het evenredigheidsbeginsel slaagt niet. De beëindiging van de WIA-uitkering van eiseres is gebaseerd op dwingendrechtelijke bepalingen van de Wet WIA, in welk kader geen plaats is voor de toetsing aan het evenredigheidsbeginsel.